Er is namelijk een land dat roet in de biopatatjes met veggieburger strooit…
In oktober vorig jaar sloeg het het nieuws in als een CO2-neutrale bom: vanaf 2035 is het gedaan met de verkoop van nieuwe auto’s met verbrandingsmotor. Heel wat gesubsidieerde media bejubelden deze beslissing van de Europese Commissie. Er was een journalist van een grote Vlaamse krant, die schreef dat ‘vanaf 2035 zijn handen eindelijk niet meer naar benzine zullen stinken wanneer hij gaat tanken’. Dat vonden we best wel grappig. Alsof hij verplicht wordt om tot 2035 met benzine rond te rijden. Als hij zo’n laadpaalfetisjist is, kan hij nu toch al overstappen op een elektrische auto? En daarbij: HIJ LIEGT! Benzine ruikt lekker, en daarmee basta.
Wat de juichmensen over het hoofd gezien hadden, was dat dit ‘plan’ van het verbod op nieuwe verbrandingsmotor-auto’s vanaf 2035, nog moest goedgekeurd worden door de Europese Raad. Is er toch wel één land dat dit plan niet langer steunt zeker…
Duitsland, het land met de grootste auto-industrie in Europa, staat niet langer achter het plan, dat vanaf 2035 alle nieuwe auto’s zoem-zoem in de plaats van broem-broem moeten doen. Dat maakt dat er nu vier landen zijn, die het niet eens zijn met het plan: Bulgarije, Italië en Polen lieten namelijk eerder al weten dit maar niks te vinden. En aangezien Duitsland tamelijk wat gewicht in de Europese weegschaal legt, kan de rest niet meer tot een meerderheid komen om het plan goed te keuren.
Verwacht wordt dat de andere Europese lidstaten hun allergroenste doemscenarioschrijvers uit de kast zullen halen om Duitsland alsnog te overtuigen, maar de Duitse minister van financiën, Christian Lindner, liet al in de Duitse pers optekenen dat het land niet te vermurwen zal zijn.
