Met maanden vertraging hebben de twee Italiaanse vluchtelingencentra op Albanees grondgebied de deuren geopend. Dat meldt Belga. Wanneer de eerste vluchtelingen naar daar gestuurd zullen worden, is nog onduidelijk.
"De beide centra zijn vanaf heden klaar en operationeel", zei de Italiaanse ambassadeur in Albanië, Fabrizio Bucci, bij een bezoek van journalisten.
De bouw van de twee centra, in de steden Shëngjin en Gjader, liep volgens het persbureau maanden vertraging op. Aanvankelijk zouden ze in mei in gebruik worden genomen, maar wegens technische problemen moest dat verschillende keren uitgesteld worden.
De bedoeling van Rome is om mensen, die door de Italiaanse autoriteiten op de Middellandse Zee opgepikt werden, onder te brengen in deze twee centra.
Volgens de Italiaanse plannen moeten die mensen eerst overgebracht worden naar het kamp in de kuststad Shëngjin, voor een eerste controle, en daarna naar het hoofdkamp in Gjader.
Daar wil Rome asielaanvragen onderzoeken en eventuele uitzettingen sneller mogelijk maken. De opvangcentra bieden plaats aan maximaal 3.000 migranten.
In totaal zal Italië 500 personeelsleden leveren, waaronder 45 politieagenten en militairen, evenals gezondheidswerkers en personeel van het ministerie van Justitie, met een geschatte kostprijs van 252 miljoen euro.
De Italiaanse premier Giorgia Meloni werd twee jaar geleden verkozen met de belofte de migratie via de Middellandse Zee naar Italië terug te dringen. Italië is het eerste EU-land dat een akkoord afsloot met een niet-EU-land over de opvang van migranten.