Groep rond Abou Jahjah en Rik Torfs dromen van een nieuwe centrumpartij.
Het doel heiligt de middelen: kiezers weghouden van extreme partijen. De verkiezingen van 2024 leggen nu al een schaduw over het politieke landschap. Zullen we straks 'de bottinnen' weer door onze steden horen marcheren? Moeten we nu actie ondernemen en politiek herverkavelen om extreme partijen te stoppen? Als we het aan Dyab Abou Jahjah en Rik Torfs vragen, is het antwoord volmondig “ja”.
De krant ‘De Morgen’ pakt uit met het nieuws dat een groep gevormd rond Dyab Abou Jahjah, kerkjurist Rik Torfs, grondwetspecialist David D’Hooghe en voormalig Unizo-topman Karel Van Eetvelt nadenkt over de oprichting van een nieuwe centrumpartij in Vlaanderen.
Daarbij lijkt vooral Dyab Abou Jahjah een vreemde eend in de bijt. Al moeten we toegeven dat de man – die zich ooit liet fotograferen met kalasjnikov – zichzelf heeft heruit gevonden en in menig praatprogramma met zinnig inzichten ‘verbindende’ analyses maakt.
De groep is ervan overtuigd dat er nood is aan een nieuwe kracht die centrumkiezers kan weghouden van extreme partijen. “Het gaat om een ernstig gesprek. We delen het gevoel dat het huidige centrumaanbod ontoereikend is. We bespreken nu wat de mogelijkheden zijn om dit te veranderen”, zegt Abou Jahjah. Volgens Jahjah zijn ze er nog niet uit onder welke vorm ze een tegengewicht moeten vormen. “Het kan een partij of beweging zijn, maar evengoed een nieuwe drukkingsgroep.”
Een redenering die Rik Torfs onderschrijft: “Je voelt en ziet aan alles dat er een nieuwe kracht nodig is in het centrum. Dat gezegd zijnde, gaapt er wel een grote kloof tussen dat en een nieuwe partij stichten. Op dit moment zoeken we gewoon naar manieren om het politieke debat te stimuleren. Welke vorm dat concreet zal aannemen, is nog onduidelijk.”
Een derde pleitbezorger van de politieke herverkaveling is grondwetspecialist David D’Hoogh die – naar eigen zeggen – het drama van 2024 niet wil afwachten.
Karel Van Eetvelt, voormalig Unizo-topman, is de vierde bekend van de ‘famous four’. Hij vindt dat men in de Wetstraat nog in de jaren 80 leeft: “Ik ben er elke dag iets meer van overtuigd dat er ‘iets nieuws’ moet en wellicht zal komen.”
De groep wil rond de jaarwisseling beslissen wat ze precies gaan doen.