Lynn – al hebben we haar omwille van haar privacy een andere naam gegeven, net als andere betrokkenen in deze ontboezeming – wil ons al maandenlang haar verhaal vertellen, maar telkens kwam er wat tussen. We dachten eigenlijk dat ze met onze okkernoten aan het spelen was, maar afgelopen vrijdag kwam het er dan toch van, ergens in een rustig etablissement nabij Tessenderlo spraken we af. De twintiger heeft lange, blonde lokken en een figuurtje waarvoor iedere rechtgeaarde man wel even voor achterom kijkt. Ze heeft ook een onschuldig engelengezichtje, maar ze draagt tòch een geheim met zich mee dat iets minder onschuldig is. “Ik ben er niet fier op, wat ik je nu ga verklappen”, vangt ze aan. “Ik heb mezelf stevig in de nesten gewerkt, maar ik kan er geen punt achter zetten...”
“Ik weet dat ik fout bezig ben. Elke keer dat ik aan hem denk – en dat gebeurt vaker dan ik wil toegeven – voel ik een mix van schuld en opwinding. Maar hoe harder ik probeer te stoppen, hoe sterker de aantrekkingskracht lijkt te worden. Ik zou mijn verloofde op handen willen dragen, maar het enige wat ik hem nu breng, is verraad. En dat verraad heeft een naam: zijn zoon.”
“Ik ben 29 en verloofd met een man die ik ooit als mijn grote liefde beschouwde. Al is hij dat ergens nog steeds, dat maakt het allemaal zo gecompliceerd. Frederik is 47, succesvol, charmant en buitengewoon gul. Toen ik hem drie jaar geleden leerde kennen, voelde het alsof ik een lot uit de loterij had gewonnen. Hij is alles wat een vrouw wil in een partner: zorgzaam, attent en hij geeft me de stabiliteit waar ik als twintiger zo naar verlangde.”
“Hij vroeg me al na een jaar ten huwelijk, en ik zei meteen ja. De gedachte aan een mooie toekomst – een huis in de betere buurt, verre reizen, misschien zelfs kinderen – leek zo perfect. Maar Frederik had iets wat alles ingewikkelder maakte: zijn zoon, Lukas, die niet meer bij hem thuis woonde.”
“Lukas was toen 21 en ik ontmoette hem voor het eerst tijdens een familiebarbecue. Een knappe jongen met diezelfde zelfverzekerde uitstraling als zijn vader, maar dan jonger, speelser, rauwer. Toen hij me een hand gaf, voelde ik iets wat ik niet had mogen voelen. Ik wist meteen dat hij gevaarlijk was voor mij, maar tegelijkertijd fascinerend.”
“We spraken niet veel die dag, maar de blik die hij me gaf toen ik naar binnen liep om een glas sangria te halen, bleef in mijn hoofd hangen. Het was niet gewoon een blik van nieuwsgierigheid – het was ondeugend. Alsof hij wist wat hij bij me losmaakte.”
“De eerste echte stap kwam een jaar later, tijdens een skivakantie met Frederik en Lukas. Het was een week vol gezelligheid, maar ergens tussen de avonden in de chalet en de dagen op de piste, voelde ik hoe de spanning tussen Lukas en mij toenam. Het begon onschuldig: plagerige opmerkingen, een licht aanraken wanneer we elkaar passeerden. Maar op de derde avond sloeg de vonk écht over.”
“Frederik was uitgeput van het skiën en ging vroeg slapen. Lukas en ik zaten nog aan tafel met een fles rode wijn. De sfeer was geladen, en ik voelde het moment aankomen nog voordat het gebeurde. Ik keek hem aan, iets te lang, en hij glimlachte. ‘Je weet toch dat dit fout is, hé?’ fluisterde hij, terwijl hij zijn hand op mijn knie legde. Mijn hart klopte in mijn keel, maar ik schoof niet weg.”
“Die avond gebeurde het. Het was snel, chaotisch, en ik voelde me vreselijk schuldig. Maar wat me nog het meest schokte, was hoe levend ik me voelde. Alsof ik voor het eerst in jaren mezelf was.”
“Sinds die avond is er geen weg terug. Frederik werkt vaak laat en gaat geregeld op zakenreis, en Lukas vindt altijd wel een excuus om langs te komen. Elke keer dat ik zeg dat het de laatste keer is, trekt hij me met een grijns naar zich toe. “Je zegt het altijd, maar je doet het nooit,” plaagt hij me. En hij heeft gelijk.”
“Waarom doe ik het dan? Ik zou kunnen zeggen dat het de spanning is, het avontuur van het verboden, maar diep vanbinnen weet ik dat het meer is dan dat. Lukas laat me dingen voelen die Frederik nooit kan. Bij Frederik voel ik me veilig, geborgen. Maar bij Lukas voel ik me begeerd, op een manier die ik niet wil missen.”
“Toch weet ik dat ik mezelf in de afgrond stort. Als Frederik er ooit achter komt, ben ik alles kwijt. Mijn veilige toekomst, mijn reputatie, en waarschijnlijk de liefde van de enige man die ooit echt van me hield. Maar elke keer dat ik Lukas zie, vergeet ik dat risico. Hij heeft iets over me dat ik niet kan uitleggen, iets wat ik niet kan loslaten.”
“De bruiloft komt steeds dichterbij, en ik weet dat ik een keuze moet maken. Maar wat kies je als je hart en je verstand lijnrecht tegenover elkaar staan? En hoeveel pijn moet ik veroorzaken voordat ik eindelijk de juiste keuze maak?”