“We kunnen onze gezinnen niet aan hun lot overlaten.”
“De naft is duur.” Het is gespreksonderwerp in menig café waar je (voorlopig) nog zonder pasje een pintje mag drinken. Voor benzine 95 betaal je nu maximaal 1,7540 euro per liter, benzine 98 kost maximaal 1,8340 euro. De dieselprijs (B7) bereikte woensdag een nieuwe recordprijs van 1,7540 per liter. En dan mogen we nog van geluk spreken. In Nederland is de adviesprijs voor benzine gestegen tot boven de 2,10 euro.
Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) zei donderdag in de kamer dat hij het omgekeerd cliquetsysteem wil invoeren. De omgekeerde cliquet werkt als een schokdemper om grote prijsstijgingen te verzachten. Om niet voor politiek niet-correct te worden versleten, voegde Van Petghem eraan toe dat “ons einddoel natuurlijk moet zijn om onze mobiliteit te verduurzamen. Het omgekeerde cliquetsysteem is een tijdelijke oplossing in een periode van transitie.”
In een omgekeerd cliquetsysteem dalen de accijnzen wanneer de maximumprijzen een zeker niveau bereiken. Dalen de prijzen aan de pomp, dan gaan de accijnzen op een bepaald punt opnieuw omhoog.
Van Peteghem heeft daarmee het warm water niet uitgevonden. In 2005 werd de omgekeerde cliquet voor het eerst toegepast. Daarna werd die weer afgevoerd en weer ingevoerd. De laatste keer was het alleen voor diesel door de regering-Michel van eind 2015 tot en met 2018.
Het moet niet altijd slecht nieuws zijn, al denken we dat de regering meer zou kunnen doen. De toeslag op energie is en blijft een vetpotje voor en regering die zijn begroting niet in evenwicht krijgt.