Halina Reijn weigert om in ‘De Afspraak’ aan tafel te zitten met de Aalsterse burgemeester Christoph D’Haese.
“Geen Halina Reijn en Carice Van Houten zoals eerder aangekondigd. Reijn is gehuwd met een joodse man en wil niet aan tafel zitten met de burgemeester van Aalst”, zo tweette presentatrice Phara de Aguirre. De Hollandse actrice zou normaal langs komen voor een promopraatje over haar regiedebuut van de film ‘Instinct’. Zij noemde de D’Haese een antisemiet en stuurde dus haar poes.
D’haese liet gisteren weten dat- na de hele georchestreerde heisa rond een praalwagen – de erkenning van de Unesco van het carnaval niet meer hoefde voor Aalst en werd daarvoor uitgenodigd bij "De Afspraak". Hij vond de uitspraak van Halina Reijn “een bijzonder kwalijke kwalificatie' en herhaalde nogmaals dat ze in Aalst "geen antisemieten of racisten" zijn.
Het is niet ongewoon dat men in de wereld van de kunsten op de barricades gaat staan voor vrijheid en gelijkheid, maar men is ook de eerste om de rangen te sluiten als iemand hun 'overtuiging' niet deelt. Het is bekend dat als je als acteur/actrice aan de bak wilt komen, je beter zwijgt over je politieke voorkeur als die niet rood of groen van kleur is.
Het incident van gisteren is echter pijnlijker voor de Nederlandse actrice dan voor burgemeester D'Haese. Vanuit haar vak zou zij beter dan wie ook het onderscheid moeten kunnen maken tussen Carnaval en realiteit. Acteren balanceert namelijk voortdurend op de slappe koord tussen de realiteit en de uitbeelding daarvan. Het is niet omdat je een moordenaar speelt, dat je een moordenaar bent.
Je kan je de vraag stellen wie er in dit incident de ware racist is. Iemand herleiden tot antisemiet, maar niet komen opdagen om het er over te hebben, is niet meteen een voorbeeld dat bijdraagt tot het democratische ideaal van vrijheid en gelijkheid.
Zou ze weet hebben van de voil jeanetten?