En wij kunnen het weten, want we zijn er een week mee onderweg geweest. En uitstappen was bijzonder moeilijk.
Met de 430i coupé waren we al een keertje onderweg, dit keer kregen we zijn minder potente, topless zusje – de 420i – onder onze kont geschoven.
Deze doet het niet langer met een wegklapbare hardtop, maar wel met een zogenaamde ‘panel bow softtop’. Dit is een dak dat de voordelen van een wegklapbare hardtop combineert met de heerlijke looks van een softtop. In die ‘softtop-look’ zitten panelen, waardoor het thermische en akoestische comfort veel beter zijn dan die van een klassieke softtop. Tegelijk is de constructie zo’n veertig procent lichter.
Voor die kap kan je kiezen uit twee kleuren. Standaard is die in het zwart, optioneel kan je gaan voor ‘Anthrazit Silber’. In achttien seconden gaat die in open naar dicht of andersom, rijdend lukt dit tot een snelheid van 50 km/u.
Sommige modellen zijn er als ‘mildhybride’ in dat geval is er een 11 pk sterke, elektrische hulp aan boord voor extra stuwkracht en minder verbruik: deze zijn in het onderstaande, beschikbare modellengamma aangegeven met MHEV:
– 420i cabrio: 2-liter viercilinder met 184 pk
– 430i cabrio: 2-liter viercilinder met 258 pk
– M440i MHEV xDrive Cabrio: 3-liter zescilinder met 374 pk
– 420d MHEV cabrio: 2-liter viercilinder met 190 pk – optioneel verkrijgbaar met xDrive
– 430d MHEV cabrio: 3-liter zescilinder met 286 pk – optioneel verkrijgbaar met xDrive
– M440d MHEV xDrive cabrio: 3-liter zescilinder met 340 pk
– M4 Competition xDrive cabrio: 3-liter zescilinder met 510 pk
Wij mochten kiezen tussen de instapper met benzine- of dieselvariant. En aangezien we vinden dat diesel stinkt maar benzine heerlijk ruikt, kozen we voor de 420i.
Toen we de 420i op een donderdag half juli gingen ophalen, viel de regen met tankwagens uit de lucht. Dat was meteen goed om te ontdekken dat het dak, langs de aansluitpunten aan de ramen en dergelijke, wel degelijk heel erg waterdicht is. Want nu zou je kunnen stellen: dat is precies de bedoeling van zo’n dak toch, waterdicht zijn? Maar dan zegt ondergetekende: kan goed zijn, maar ik had al een (toen nog 3-reeks) cabriolet van drie generaties tevoren, en daarin had je toen het fors regende een paraplu nodig met dak dìcht. Toegegeven: dat was toen ook een tweedehands en geen nagelnieuwe. Maar toch. Lang hebben we die 3-reeks cabriolet trouwens niet gehad. Een weekje of twee. De reden? In vergelijking met de 3-reeks coupé die we ervoor reden, was die cabriolet een traag ding met overgewicht en de carrosseriestijfheid van een dweil.
Om maar te zeggen: als sportieve chauffeur hou ik meer van het karakter van een coupé dan dat van een cabriolet. De verwachtingen waren niet bijzonder hoog gespannen, na eerder met de 430i coupé gereden te hebben.
Instappen en wegwezen
Vanaf ‘s anderendaags hadden ze droog weer voorspeld, en daarom hadden we redelijk last minute voor enkele dagen iets geboekt in Luxemburg.
De koffer van zo’n cabriolet is natuurlijk niet ideaal om bijvoorbeeld een verhuis mee te doen. Er ‘hangt’ daar namelijk een soort van bak in, waarin het dak verdwijnt als je dat opent. Desondanks is dat koffer toch nog vrij praktisch: we kregen onder die ‘dakbak’ nog twee middelgrote valiezen kwijt, waardoor er nog met gemak allerhande ander materiaal bij kon.
Van Zandhoven – nabij Antwerpen – tot Aire De Capellen – wat dan weer een snelwegparking in Luxemburg is – zijn we zo’n vijf uren onderweg geweest. De reden? Kletterende regen, en de botsende mensen die daarbij horen! Aan de gemiddelde weerman moet je allicht niet vragen om een auto een groot onderhoud te geven, aardappelen te rooien of een nieuw dak op een villa te leggen, maar je zou toch wel mogen verwachten dat ze een beetje accuraat het weer kunnen voorspellen. Geen regen die vrijdag, ons oor!
Maar kijk, na een snack bij Aire De Capellen, werd de hemel plots staalblauw en lachte het zonnetje ons toe. Je zag voorwaar de plassen op het macadam weer verdampen. We namen de eerste afslag, dak open en hopla: wij topless verder naar onze bestemming…
… en sindsdien kregen we eigenlijk geen genoeg van dat topless rijden. Tijdens onze testweek hebben we een hele slordige tweeduizend kilometer bij op de teller gedraaid. De nieuwe 4-reeks cabriolet is een uiterst aangename cruiser, met een verrassend sportieve inborst. Wanneer je op bochtige wegeltjes op de limiet gaat rijden – lees: wanneer de banden een heel klein beetje piepen – merk je dat deze topless dame 165 kilogram meer op de weegschaal zwiert dan haar broertje mét vast dak. En ja: je merkt ook dat er iets meer rol zit in de koets. Maar, in tegenstelling tot die topless Bimmer drie generaties terug, is dat niet langer storend voor de sportieve chauffeur. Eigenlijk is het bewonderenswaardig hoe BMW er in geslaagd is een auto zònder vast dak, zo snaarstrak en stijf te krijgen.
Is er dan geen minpuntje? Mede door dat extra gewicht – zonder verstevigingen in het chassis zou je zo’n auto zonder dak immers nogal zien plooien! – doet de 420i cabrio 0,7 seconden langer over de sprint van 0 naar 100 km/u dan de 420i coupé. En een 0 – 100 sprint van 8,2 seconden is in deze tijd niet echt meer om over naar huis te schrijven. Meteen voor de 430i cabrio gaan kan dit oplossen, maar die kost wel een kleine 5.000 euro meer. Over prijzen gesproken: de 420i cabrio heb je vanaf 54.450 euro.
De nieuwe 4-serie cabriolet valt ook bij medeweggebruikers in het oog. Geregeld kregen we tijdens onze testweek een duimpje omhoog van medeweggebruikers. Het leukste dat we meemaakten? Toen we wilden vertrekken voor een uitstap op de parking van het hotel waar we verbleven, stond een Duitser de cabbie te bewonderen. We geraakten aan de praat, en hij feliciteerde ons met de mooie topless dame. Toen ik zei dat het een perswagen betrof, en onze wagen dezelfde was als die van hem, maar dan in het zwart – hijzelf reed met een BMW 128ti, een grijze – hadden we helemaal gespreksstuff genoeg.
Ons besluit: de 420i cabriolet is een verslavende cruiser, die luxe en sportiviteit op bijzonder aangename wijze weet te combineren. Bovendien is het ook een zuinige auto. Het theoretische normverbruik bedraagt 7,4 liter per 100 kilometer. Dat hebben we in de praktijk zelfs (net) niet gehaald. Als je weet dat we pakweg negentig procent van de tijd met open dak hebben gereden – niet zo gunstig voor de luchtweerstand – en haar geregeld de sporen gaven, dan begrijp je dat dit echt wel lovenswaardig is. Maar als we in zouden zijn voor een cabrio – en over het budget beschikten – zouden we omwille van de meer oemph voor de 430i cabrio gaan.