In 2014 kwam de X4 op de markt: een auto waarover de meningen, nu ja, nogal verdeeld waren. Op het salon van Genève zal weldra de opgefriste versie staan blinken. En die ziet er een stukje scherper uit.
Vòòr 2008 was een coupé nog een auto met twee deuren, een lage daklijn en een laag zwaartepunt. Vooral dankzij dat laatste ligt hij wat strakker op de weg dan andere carrosserievormen.Een SUV was toen een wagen voor mensen die veel plaats in de auto willen en een hogere zitpositie kunnen appreciëren.
En toen deed BMW met de X6 het ondenkbare: een coupé en een SUV combineren. De Duitse autobouwer nam dan ook nog eens de twee minst gunstige eigenschappen van beide soorten auto’s: de beperkte binnenruimte van een coupé en de wegligging van een SUV. “Wie koopt nu zo’n auto?” klonk het overal.
Heel wat mensen, zo bleek echter al snel. In 2014 kreeg de X6 zelfs een klein broertje. De X4 leek wel een X6 die per abuis in de kookwas sukkelde en daardoor een maatje kleiner werd. Wel, die wagen is nu toe aan de tweede generatie.
Eerst en vooral werd de X4 een beetje groter. 81 mm langer en 37 mm breder om precies te zijn. In de hoogte speelde hij 3 mm kwijt. Net als bijvoorbeeld de onlangs vernieuwde X3, kreeg ook deze SUV-coupé grotere nieren. Met de hertekende achterlichten doet de achterzijde van de auto ons een beetje denken aan die van de Mercedes GLC.
Toch is dat niet de Duitser waarmee de nieuwe X4 volgens BMW moet gaan concurreren. Neen: ze richten hun pijlen op de veel sportievere Porsche Macan. Om die reden is de X4 niet langer een X3 met een platgemepte achterkant – zoals de vorige generatie eigenlijk wel was, maar wel een volledig andere auto.
Deze X4 staat op een drie centimeter breder spoor en kreeg een langere wielbasis, een sportdifferentieel van de M5 – of toch de M-modellen - en een sportstuur en dito chassis. Die langere wielbasis komt niet alleen de wegligging ten goede, maar ook het comfort van de achterste passagiers.
Dat zal dan ook wel anders rijden dan de X3 zeker? Tijd om het uit te zoeken. Wij kregen de xDrive20i mee, die met zijn 184pk sterke 2-liter de instapper is aan benzinezijde. En hoewel het slechts de instapper is, wil die goed vooruit. De X4 ontpopt zich tot een comfortabele, vlotte reisgezel op lange ritten. Maar als je de snelweg wil verlaten om de bochtige binnenwegeltjes op te zoeken, dan doet hij die even graag. De besturing is scherp en snedig en je kan er veel sneller de bocht mee om dan je van zo’n bakbeest zou verwachten. Pas wanneer je ‘m écht uitdaagt, merk je dat je niet met een coupé – we herhalen: niét met een coupé – maar met een SUV onderweg bent die toch iets te lijden heeft onder zijn hoger zwaartepunt. Maar toch: de X4 rijdt veel dynamischer dan zijn grote, platte smoel en zijn rijhoogte doen vermoeden.
Het besluit? De X4 rijdt een pak sportiever dan zijn ‘concurrenten’ van Mercedes en Audi. Logisch ook: die twee andere merken leggen de nadruk meer op comfort dan op rijplezier. Maar onze X4 xDrive20i is niet meteen de auto om ten strijde te trekken tegen de Porsche Macan. Daar zijn andere versies voor: de xDrive30i (252pk) en de M40i (360pk). Aan dieselzijde zijn diverse mogelijkheden tussen 190 en 326pk.
Wat die nieuwe X4 moet kosten? De vanafprijs van de xDrive20i bedraagt 49.300 euro. De sportiefste van de X4-familie, de M40i, verlaat voor niet minder dan 72.000 euro de dealer. De goedkoopste diesel moet minstens 52.250 euro kosten, de duurste 73.400 euro.
