In de commissie Buitenlandse Zaken kreeg kamerlid Kathleen Depoorter (N-VA) van minister Kitir de bevestiging dat er een intern onderzoek loopt naar Belgische ontwikkelingssteun die mogelijk werd aangewend voor de financiering van terroristische activiteiten van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina.
Depoorter: “Deze zaak is zeer ernstig en mag niet licht opgenomen worden. Ik ben blij dat de zaak onderzocht wordt, maar verwacht ook snel antwoorden en een gepaste stappen van de minister.”
Een Israëlisch rapport beticht zeven Palestijnse organisaties ervan ontwikkelingsgeld van West-Europese donoren, bedoeld voor de lokale bevolking, te hebben doorgesluisd naar het Popular Front for the Liberation of Palestine (PFLP), een terroristische organisatie volgens de Europese Unie.
Onder deze verdachte organisaties bevinden zich ook partners van de Belgische ontwikkelingssamenwerking zoals Health Work Committees (HWC), maar ook de organisatie Defense for Children International Palestine (DCIP), die België nog spreektijd wou geven binnen de VN-Veiligheidsraad.
N-VA: “Minister Kitir bevestigt dat de betrokken organisaties in de afgelopen vijf jaren via hun Belgische partners tot 3,76 miljoen euro ontvingen, waarvan 660.000 euro via Viva Salud, 1,8 miljoen euro door Oxfam en 1,3 miljoen euro langs Broederlijk Delen. Volgens de Israëli’s zou onze steun oneigenlijk aangewend zijn. Ze zouden hiervoor een rapport bezorgd hebben aan onze regering, waarna de minister een onderzoek instelde.”
Kamerlid Kathleen Depoorter wijst erop dat deze rapporten in Nederland zorgden voor de nodige deining binnen de regering en er werden betalingen opgeschort. “Ik merk op dat de regering bij ons, terwijl het toch wel zware aantijgingen betreft, veel stiller blijft. Ik heb de minister dan toch ook gevraagd om inzage in deze rapporten en dat ze haar eigen onderzoek naar het misbruik ook naar het parlement brengt. Iedereen is onschuldig tot het tegendeel is bewezen en deze Palestijnse organisaties verdienen een eerlijke kans, maar wij verwachten wel gepaste maatregelen indien de feiten bewezen worden.”