Er ging daar een ‘gedegen’ onderzoek aan vooraf.
Onderzoekers in het Verenigd Koninkrijk vroegen zich dus af of er een verband is tussen de lengte van ‘s mans jongeheer, en het type auto dat hij verkiest. Het op de man af vragen van ‘Hoe lang is hij’ en ‘Wat voor auto verkies je’, vonden ze nogal gevaarlijk omdat mannen er nogal vaak naast schatten – of meten – wanneer het over hun tampeloeres gaat.
De meetlat bovenhalen, de deelnemers van het onderzoek vragen hun broek te laten zakken en dan polsen naar hun lievelingsauto, vonden ze dan weer een stap te ver en dus moesten ze wat anders verzinnen.
Ze lieten de deelnemers, enkele honderden mannen tussen de 18 en 74 jaar, plaatsnemen achter een computer. Ze maakten de deelnemers wijs, dat het onderzoek wilde nagaan hoe goed ze dingen konden onthouden tijdens het internetshoppen. Soit, de mannen mochten dus enkele uren doorheen onlinewinkels surfen.
Ongeveer een derde van de mannen kreeg zuiver onlinewinkels te zien. Twee derde kreeg er subtiel valse informatie te lezen over ‘de gemiddelde penislengte’, waarvan de helft ‘onderdreven’ was, en de helft net overdreven.
Of met andere woorden: een derde dacht helemaal niks over zijn toverstaf, een derde dacht na het surfen dat-ie geschapen was als een paard en de overigen hadden het gevoel dat ze maar een klein pietje hadden.
Na het webshoppen, gecombineerd met al dan niet piemelmaat-indoctrinatie, werd de deelnemers gevraagd wat voor type auto’s hun voorkeur droeg. Bleken de heren die dachten klein geschapen te zijn, toch wel meer interesse te tonen in sportwagens zeker!
Het besluit van de onderzoekers: mannen met een kleine broekpaling, hebben een voorkeur voor sportieve auto’s.
