“Een gebrek aan performant handelen en een gebrek aan kritische zelfreflectie.”
Er moest eerst een kind sterven voordat er werd in gegrepen en ex-minister Wouter Beke en de top van het agentschap Opgroeien door een commissie op de vingers kon worden getikt. De onderzoekscommissie kinderopvang komt met een snoeihard rapport. Al is dat natuurlijk relatief als je het afweegt tegen wat ouders van mismeesterde kinderen hebben moeten doormaken.
De onderzoekscommissie onderzocht de voorbij weken en maanden de veiligheid in de kinderopvang en komt maar liefst met 75 concrete aanbevelingen. Alleen al dat aantal, geeft weer hun ernstig de situatie is/was.
De pijnlijkste passage in het lijvige rapport gaat over de verantwoordelijkheden. De top van het agentschap opgroeien heeft volgens de commissieleden “onvoldoende adequaat en niet met het gepaste urgentiegevoel gereageerd. Er was een gebrek aan performant handelen en een gebrek aan kritische zelfreflectie.” Daardoor zijn ze er “onvoldoende in geslaagd om alle problematische veiligheidssituaties afdoende te detecteren en zo de veiligheid in de kinderopvang zo maximaal mogelijk te garanderen”.
Eén van de aanbevelingen is dan ook dat er “dringend (moet) ingegrepen worden in het organisatiebeleid en het management van het agentschap Opgroeien om het vertrouwen in Kind en Gezin te herstellen”. Er zouden met andere woorden best enkele grote koppen rollen.
De kop van eindverantwoordelijke Wouter Beke is al gerold. Hij hield de ‘eer’ aan zichzelf en stapte op. Maar hij krijgt toch een flinke veeg uit de pan. De commissie wijst erop dat de fouten “die gebeurd zijn binnen de administratie onder de politieke verantwoordelijkheid van de minister vallen”. Beke zou teveel vertrouwen hebben gehad in zijn administratie. Naar onze mening had Beke wat teveel vertrouwen in ‘een zichzelf’ die hij niet was.