De minister van Ontwikkelingssamenwerking Kitir (sp.a) heeft haar beleidsnota gepubliceerd.
Naast de gebruikelijke holle retoriek staan er ook enkele opvallende elementen in. Zo wil ze de schulden van arme landen kwijtschelden.
Kitir: “Schuldkwijtschelding heeft eveneens een plaats binnen die brede mix van ontwikkelingsfinanciering. België zal de inspanningen van het verleden verderzetten om schulden kwijt te schelden aan ontwikkelingslanden en bij onze partners aandringen hetzelfde te doen.”
Tegelijk wil ze ook cash geld uitdelen in de ontwikkelingslanden.
Kitir nog: “Cash transfers kunnen een manier zijn om de armsten direct te bereiken, maar dan als een opstap tot de ontwikkeling van basisdiensten.”
De Vivaldiregering verbindt zich er ook toe in het regeerakkoord een groeipad uit te tekenen naar de '0,7 % norm' in 2030. Dat betekent dat 0,7 % van onze welvaart (gemeten via het Bruto Binnenlands Product of BBP) jaarlijks naar de ontwikkelingslanden moet stromen. Aangezien gekozen werd voor de allerarmste landen in Afrika, dus vooral naar dat continent.
Kitir: “Als onze welvaart opnieuw stijgt, moet ook onze solidariteit toenemen.”
In 2019 bedroeg ons BBP 473,1 miljard euro. Dat zou betekenen dat we dat jaar 3,3 miljard euro aan ontwikkelingssamenwerking hadden moeten uitgeven. In de praktijk was het minder.