Duitse minister van milieu kritisch over E10-brandstof.
De Duitsers komen op straat om te protesteren tegen tegen de biobrandstof E10. “E” staat voor bio-ethanol en 10 voor het maximale percentage bio-ethanol dat wordt toegevoegd. E10 benzine is geschikt voor de meeste benzineauto's. Wie bio zegt milieu, wie milieu zegt, zegt Groen, en laat dat nu de signatuur zijn van Steffi Lemeke, de Duitse minister van Milieu. Je zou denken dat milieuactivisten voorstander zijn van brandstof dat deels gemaakt wordt van maïs, tarwe of soja, maar dat valt vies tegen.
In de 'Frankfurter Allgemeine' laat de minister weten dat ze het helemaal eens is met de demonstranten. Want er zouden planten gebruikt worden die we ook kunnen opeten. “In tijden van meerdere crisissen – het uitsterven van soorten, klimaatcrisis, voedselcrisis – geldt op een heel bijzondere manier: planten horen op het bord, niet in de tank”, zei de minister. “Eten moeten we niet verbranden in auto’s.” Je verbrandt bijvoorbeeld toch ook geen geld, weet je wel.
De groene redenering gaat nog een stapje verder: “Door geen eten te gebruiken voor de ethanol, zou de beschikbaarheid van voedsel toenemen, de druk op de voedselprijzen verminderen en de milieubelastende gevolgen van de teelt van energiegewassen verminderen.”
De Duitse Boerenbond vindt het larie en apenkool, want er zou bij de productie van biobrandstof ook hoogwaardig eiwitvoer vrijkomen. “Bij de productie belandt er ook iets op het bord’, aldus de voorzitter van de Boerenbond.
Een flinke storm in een glas water dus. Biobrandstof mag in Duitsland dus niet ‘te’ bio zijn?. Wat je in je tank gooit, mag voor maximaal 4,4 procent bestaan uit producten als koolzaad, maïs, tarwe of soja. Dat moet zakken naar maximum 2,3 procent. Richting 2030 moet dit geleidelijk zakken naar nul procent.
Doch, de Duisters hebben andere lösung. Ze willen namelijk onderzoeken of ze geen oud frituurvet of vloeibare mest in hun tank kunnen gooien.
