“Mijn naam is haas, paashaas.”
Het verhaal van de paashaas zou zijn oorsprong vinden bij de Teutonen: een Germaanse stam die in de laatste eeuw voor Christus van het wereldtoneel verdween. De stam hield er diverse mythes op na, waaronder verhalen omtrent de godin Ostara. Eén van deze verhalen vertelt hoe een klein meisje een gewond vogeltje vond. Ze bad tot Ostara om hulp. De godin kwam toegesneld. Ze zag dat het vogeltje er heel slecht aan toe was en veranderde het in een haas. Aan het meisje vertelde ze dat de haas voortaan één keer per jaar terug zou komen om gekleurde eieren te leggen.