Is dit dé oplossing om auto’s nog vroem-vroem te laten doen in de plaats van zoem-zoem?
In onze contreien zijn wereldredders nog steeds van oordeel dat de verbrandingsmotor dood moet. Iedereen moet elektrisch gaan rijden en daarmee basta. Tinne Van der Straeten liet onlangs weten dat ze nog enkele windmolens op zee gaat bouwen, zodat er straks genoeg stroom is om al die elektrische auto’s in het binnenland te laden. Hoe ze al die stroom in het binnenland krijgt, daar heeft ze nog niet over nagedacht. Zorgen voor morgen, wellicht.
Aan de andere kant van de wereld durven ze ook aan andere alternatieven te denken. De echte klimaathooligan is niet de moemoe met haar stadswagen met een driepitter-koffiemolen in het vooronder. Neen, die echte hooligans vinden we terug in het scheepsvervoer. Een vrachtschip heeft zo’n 100.000 pk nodig om deftig van z’n plek te komen. In één cilinder van een vrachtschipmotor, kan je al bijna een stadswagen parkeren. Een vrachtschip jaagt er meer dan tweehonderd liter diesel – of stookolie – per minuut door.
Om de ‘voetafdruk’ van grote schepen te verminderen, wordt er ook in de scheepvaart naar alternatieven gezocht. Motoren die op vloeibare ammoniak lopen in de plaats van diesel of stookolie, is daar één van.
Het Chinese GAC en joint-venture partner Toyota, gingen nu nog een stapje verder. Zij bekeken hoe ze verbrandingsmotoren op ammoniak zouden kunnen toepassen in de autosector. Een verbrandingsmotor op ammoniak, stoot namelijk zo’n negentig procent minder CO2 uit dan een moderne motor op benzine. Zij ontwikkelden samen een tweeliter viercilinder, die 160 pk produceert. Dat het vermogen aan de lage kant is voor een tweeliter, komt door het feit dat ammoniak ‘slechts’ de helft van de energie levert, tegenover benzine.
Dat ammoniak-auto’s in de toonzaal staan, zal nog niet voor morgen zijn. Het productieproces ervan is namelijk niet zo milieuvriendelijk. GAC en Toyota zoeken nu naar manieren om dit ‘groener’ te laten verlopen.
