Bijna zeven jaar na de verkoop van Omega Pharma weet zakenman Marc Coucke vrijdagavond of hij het weekend een pak armer ingaat.
De zaak draait rond de verkoop van Omega Pharma aan Perrigo eind 2014 voor 3,8 miljard euro. De verkopers waren Marc Coucke en een consortium investeringsfondsen onder leiding van Waterland. Coucke kreeg deels aandelen van de Amerikaanse farmareus in ruil voor zijn Omega-aandelen.
Perrigo keerde zich met een claim van 1,9 miljard euro bij Cepani tegen de twee verkopers. Coucke en Waterland hebben altijd ontkend dat Perrigo misleid zou zijn bij de deal. De ondernemer diende - eveneens bij Cepani - een tegenclaim in, Waterland niet.
Het college van arbiters dat zich over de zaak moet buigen, bestaat volgens De Tijd uit drie leden: Jan Meyers, Johan Verbist en Jean-Pierre Fierens (voorzitter). Elke partij heeft één arbiter aangeduid en de derde werd door de twee andere gekozen. De Tijd: “Coucke en Waterland schoven Meyers naar voren, Perrigo koos Johan Verbist.”
De arbiters proberen een consensus te bereiken. Als dat niet lukt, dan heeft de voorzitter een doorslaggevende stem. Er is geen beroep mogelijk. Een arbitrageprocedure bij Cepani is strikt vertrouwelijk, in tegenstelling tot een procedure bij de rechtbank die doorgaans openbaar is.