Eendracht maakt macht?
We gaan ervan dat we in een democratie leven en dan onze politici door het volk democratisch gemachtigd zijn om te regeren. Doch, wij weten dat eigenlijk niet echt helemaal waar. We weten dat na de verkeizigen met de uitslag weinig of geen rekening wordt gehouden. We weten dat de partij die zevende eindigde – bijvoorbeeld – de premier leverde. En we vinden dat normaal. We weten dat de grootste bevolkingsgroep van het land niet de grootste vertegenwoordiging krijgt in de regering. En dat vinden we geen probleem. Hoe democratisch zijn we dan eigenlijk ?
De democratie is momenteel de dominante regeringsvorm over de hele wereld. Het betekent in wezen de regering van het volk, door het volk en voor het volk. De burgers van een land gebruiken hun stemmen om een vertegenwoordiger te kiezen die voor hun gemeenschap lobbyt binnen een bestuursinstelling, meestal een parlement of een congres. De democratie komt in vele vormen voor, van constitutionele monarchie en parlementair, waar het staatshoofd niet betrokken is bij regeringskwesties, en de regeringsleider (de premier) het land bestuurt, tot presidentiële democratie, waar het hoofd van de regering en de staat zijn een en dezelfde en staan op het stembiljet.
Ieder jaar publiceert ‘The Economist’ de Democracy Index. De Economist Intelligence Unit (EIU) gaat na hoe het met de democratie gesteld is in je land op basis basis van vijf maatstaven: verkiezingsproces en pluralisme, het functioneren van de overheid, politieke participatie, politieke cultuur en burgerlijke vrijheden. Ons land strandt net al vorig jaar op een beschamende 36 ste plaats met algemene score van 7,64. Ter vergelijking, Nederland staat op plaats 11 met 8,9 en Duitsland op 14 met 8,7. Door de versoepelingen van de coronamaatregelen is de score van veel landen verhoogd. Daardoor worden landen als Frankrijk, Spanje (beide plaats 22) en Chili (19) opnieuw gezien als “volledige democratieën”. Ons land is en blijft dus een “gebrekkige democratie”. We krijgen een score van 9,58 voor het verkiezingsproces en pluralisme, 8,21 voor het functioneren van de regering, 5 voor politieke participatie, 6,88 voor politieke cultuur en 8,53 voor burgerlijke vrijheden.
Rusland daalde na de inval in Oekraïne in februari vorig jaar 22 plaatsen op de wereldranglijst, naar de 146ste plaats. Noorwegen staat helemaal bovenaan op de lijst, terwijl Afghanistan onderaan bengelt.