“De afzetmarkt is er gewoon niet meer.”
Het rommelt bij de Duitse autofabrikant Volkswagen. Woensdag liet Arno Antlitz, de financieel directeur van de Volkswagen-groep, een bommetje vallen tijdens een bijzonder rumoerige personeelsvergadering: het bedrijf kampt met een verontrustende overcapaciteit van maar liefst 500.000 wagens. De toekomst? Die ziet er somber uit als er geen drastische maatregelen worden genomen, waaronder de mogelijke verkoop van twee fabrieken.
Een harde boodschap in moeilijke tijden
Antlitz’ woorden waren niet mals. "Onze huidige problemen hebben niets te maken met de kwaliteit van onze producten of slechte verkoopcijfers," benadrukte hij. "De afzetmarkt is er simpelweg niet meer." De autosector heeft in heel Europa een flinke klap gekregen, en er worden momenteel twee miljoen voertuigen minder verkocht dan voor de coronapandemie. Dat betekent een overproductie waar Volkswagen met moeite vanaf komt.
Protest
De verklaring van Antlitz viel niet in goede aarde bij het aanwezige personeel. Onder luid protest, met demonstranten die spandoeken droegen met slogans als “Handen af van de werkzekerheid” en “Dubbele moraal”, begon de vergadering. De Volkswagen-top werd verwelkomd met gejoel en woede. Het personeel maakt zich terecht zorgen, nu het bedrijf voor het eerst openlijk spreekt over mogelijke sluitingen van fabrieken in Duitsland.
Besparingen: een noodzakelijk kwaad
Antlitz gaf duidelijk aan dat de klok tikt. “We hebben nog een jaar, misschien twee, om de situatie te verbeteren,” verklaarde hij. De financiële situatie is precair. "We geven al een tijd meer geld uit dan dat we verdienen, en dat is op lange termijn simpelweg niet houdbaar."
En dus plant Volkswagen ingrijpende besparingen om geld vrij te maken voor investeringen in nieuwe, innovatieve modellen. De uitdaging is groot, maar volgens Antlitz is dit de enige manier om de toekomst van het bedrijf veilig te stellen. “Als we nu de kosten structureel kunnen verlagen en tegelijk investeren in een reeks modellen zoals de wereld nog nooit gezien heeft, dan creëren we de voorwaarden voor toekomstige generaties om hier in Duitsland bij Volkswagen te werken,” aldus de financieel directeur.
Gedwongen ontslagen
De aangekondigde besparingen gaan echter verder dan enkel de loonkosten drukken. Het bedrijf sluit nu ook niet meer uit dat enkele Duitse fabrieken mogelijk gesloten worden. Deze uitspraak zorgde voor een schokgolf door het personeelsbestand en voedde de vrees voor gedwongen ontslagen.
Welke fabrieken lopen gevaar?
Hoewel Antlitz niet expliciet vermeldde welke fabrieken op de nominatie staan om te sluiten, heeft Volkswagen verschillende productievestigingen verspreid over Duitsland. Onder meer Wolfsburg, Emden, Hannover en Dresden herbergen belangrijke autofabrieken, terwijl Kassel, Salzgitter en Chemnitz bekende locaties zijn voor de productie van onderdelen. Encylopedische kennis van deze fabrieken is niet nodig om in te zien dat sluitingen of herstructureringen grote gevolgen kunnen hebben voor zowel de lokale economie als de werknemers.
De Duitse overheid komt in actie
De verontrustende berichten over Volkswagen kwamen niet geheel onverwacht, en ook de Duitse regering ziet de bui hangen. Woensdag kondigde ze stimuleringsmaatregelen aan om de aankoop van elektrische bedrijfswagens aan te moedigen. Dit pakket, ter waarde van 465 miljoen euro per jaar, moet bedrijven aanmoedigen om de overstap te maken naar duurzamere voertuigen, en zo de vraag naar auto's weer aan te zwengelen.
Bedrijven kunnen onder de nieuwe maatregelen rekenen op aanzienlijke belastingvoordelen, waaronder een afschrijving van 40 procent in het eerste jaar. Dit initiatief moet de aanschaf van elektrische bedrijfswagens aantrekkelijker maken, vooral nu de autosector het zwaar heeft.
(Foto: PD)
