De M235i: da’s best een speciaal nummer.
BMW is een beetje later
Vroeger was een ‘coupé’ een sportieve carrosserievorm met een lage, aflopende daklijn en met twee deuren. Hier en daar waren er grapjurken die hun hatchback onterecht een coupé noemden, waarvan Citroën met hun Xsara Coupé de opper-grapjurk.
In 2004 bewees Mercedes met de CLS dat een coupé eigenlijk ook vier deuren kan hebben. In 2013 bewezen ze dat dit concept zelfs enkele maten kleiner eigenlijk bijlange niet slecht oogt, met de CLA.
Ook enkele andere merken volgden dit vierdeurs-coupé-concept, waaronder – uiteraard – BMW met de 4-reeks, 6-reeks en 8-reeks Gran Coupé. Maar waarom heeft het merk met het blauw-witte logo in godsnaam zo lang gewacht om er eentje in CLA-formaat te bouwen?
Simpel: omdat ze daar nu eigenlijk pas de basis voor hebben. De vorige generatie van de 1-reeks – waar de 2-reeks op gebaseerd is – was er nog eentje met achterwielaandrijving. Deze generatie heeft echter voorwielaandrijving, en op een platform met een in lengte geplaatste – en dus verder naar achter liggende – motor is het zowat onmogelijk om een compacte vierdeurscoupé te maken waarin daadwerkelijk mensen achterin passen.
De M235i xDrive is de krachtigste variant van deze nieuwe 2-reeks Gran Coupé. En het is voor ondergetekende ook een beetje een speciaal nummer. We zoeken namelijk iets met twee deuren meer, ter vervanging van onze ‘Lady in Red’. En graag iets met best veel poeier in: met het alsmaar elektrischer wordende wagenpark, is het misschien binnenkort verboden om nog iets te kiezen waarmee je heerlijk, verkwistend gas kunt geven. Maar ondergetekende heeft – of had, voor deze test – ook een beetje schrik voor dit nieuwe xDrive-concept: eerst de voorwielen aandrijven, en als het nodig is maximaal vijftig procent richting achterwielen.
De looks
En dan is er ook nog dat uiterlijk. Die dwarsgeplaatste motor moest er vooral voor zorgen dat de neus korter kon, zodat er ook meer binnenruimte kan zijn. Maar daardoor heeft hij een beetje andere verhoudingen dan zijn grotere broers. Vanaf de zijkant lijkt het een beetje een 8-reeks Gran Coupé die een djoef op zijn smikkel kreeg. Of toch op foto: ‘in het echt’ vinden we de wagen eigenlijk veel mooier ogen.
Over dat vooronder gesproken: daar woont in het geval van de M235i een 2-liter, turbo-beademde viercilinder, goed voor 306 paarden en 450 Nm aan koppel.
Binnenin is het duidelijk dat de 2-reeks Gran Coupé, in feite een 1-reeks met een andere koets is: het interieur is namelijk hetzelfde. Niet dat dit negatief is: de werkplek is piekfijn afgewerkt met veel oog voor detail, en alles zit precies waar je het hebben wil.
Hoe rijdt dat?
De M235i rijdt zoals je dat van een BMW mag verwachten: de besturing is messcherp en de ophanging bijzonder communicatief. De standaard achttraps automaat doet zijn werk perfect, voor wie zelf de verzetten wil kiezen zijn er de flippers aan het stuur. En vanwege de andere balans dan met een achterwielaandrijver, is het even zoeken naar hoe we er zo snel mogelijk de bocht mee om kunnen, maar eens we die manier gevonden hebben kan de pret helemaal niet meer op. Kracht kom je uiteraard nooit tekort: de sprint van 0 naar 100 duurt 4,9 seconden, de topsnelheid is begrensd op 250 km/u.
We hebben heel wat kilometers afgemaald met de M235i: afgelopen weekend zelfs tot aan Cap Gris Nez gezeten. Desondanks was de testweek eigenlijk veel te snel voorbij.
