Het is inmiddels zo’n tien jaar geleden dat ze bij Toyota dachten: “Laat ons eens een keertje goed zot doen.”
In die jaren stond Toyota ervoor bekend om oerdegelijke, maar ook oersaaie auto’s te produceren. De Auris – zo heeft de ‘Corolla’ nog een tijdje geheten – was een commercieel succes, maar qua design was het een auto waarvan er een stuk of twintig in een dozijn pasten. En toen kwamen ze in 2014 plots met de C-HR op de proppen: een futuristisch ogende crossover. De afkorting staat voor Coupé High Rider. Wij gingen nu op pad met de tweede generatie.
De eerste indruk
Visueel surft deze generatie lekker verder op de golf waar de vorige stopte. Met een al even controversieel design dus: of je vindt het geweldig, of je vraagt je af wat er misging op de tekentafel. Deze nieuwe oogt nog wat meer hightech. Neem bijvoorbeeld de led-dagrijlichten: die steken – net als bij de nieuwe Prius – uit als de snoet van een hamerhaai, om vervolgens perfect over te lopen in de zwarte lijnen van de bumper. Het logo ‘C-HR’? Niet langer op de achterzijde in chroom, maar lichtgevend tussen de achterlichten.
Langs opzij valt er nog wel de ‘oude’ C-HR in te herkennen, maar dan misschien een flink scherpere versie ervan. De verzonken deurgrepen en de lekker pittige duo-tone kleurstelling maken het plaatje helemaal af. En nu we we toch ‘de oude’ aanhaalden: deze is drie centimeter korter dankzij kleinere overhangen, maar ook 35 millimeter breder geworden, wat ‘m ook een sportievere vibe geeft.
En dan over het interieur. Voorin doet de C-HR alsof hij even is gaan shoppen bij Lexus – en daar hebben we helemaal geen problemen mee. Dit is zonder twijfel het knapste interieur dat we ooit in een Toyota hebben gezien. Punt. De materialen voelen luxueus, het design zit strak in elkaar en dat 12,3-inch infotainmentscherm is lekker subtiel weggewerkt. Bij Toyota primeert in het interieur altijd functionaliteit boven de vorm, maar in de C-HR waren beiden blijkbaar even belangrijk. De kleur van de led-verlichting binnenin kan je kiezen, of je kunt ze automatisch om de zo veel tijd laten veranderen. Of toch voorin: achterin is er slechts één tint wit. En nu we toch over de achterbank bezig zijn: die is niet zo ruim, zowel qua hoofd- als qua beenruimte. Als je geregeld met vier volwassenen op pad moet, dan is de C-HR misschien niet zo ideaal..
Onder de koets
Daar heb je verschillende mogelijkheden. De instapper is de 1.8 VVT-i Hybride, met een hybride aandrijflijn die 140 pk en 145 Nm aan koppel richting de voorwielen stuurt. Er is ook een hybride versie waarvan de benzinemotor een 2-liter is, die 197 pk en een maximum koppel van 197 Nm produceert. Die kan ofwel met voorwielaandrijving, ofwel met vierwielaandrijving gekozen worden. Dan is er ook nog een plugin-hybride – ook wel stekkerhybride genoemd. Die aandrijving stuurt dankzij een wat straffere elektromotor, wat meer power richting vier wielen: 223 pk en nog steeds 197 Nm aan koppel. Alle versies zijn gekoppeld aan een CVT-automaat.
Het rijden
De C-HR staat net als de Corolla Hatchback, de Corolla TS en de Corolla Cross op het hippe TNGA-platform. En daar is niks mis mee. Integendeel: dat is een heerlijk platform dat Toyota’s een zekere dynamiek geeft die je misschien niet met het merk Toyota zou associëren. Ook deze C-HR heeft een puike balans tussen sportiviteit en comfort. Wij waren onderweg met de 1.8 met 145 pk en die legt onmiddellijk de kwaliteit van dat platform bloot: dat sméékt namelijk om meer vermogen.
Maar goed, de meeste kopers zullen waarschijnlijk toch voor deze versie gaan. En als je niet alles uit dat puike onderstel wil halen, dan voldoet dat eigenlijk ook wel. Een sprint neemt hiermee net geen tien seconden in beslag, de topsnelheid bedraagt 170 km/u.
Nog een beetje een ‘nadeel’ van deze aandrijving dat meteen wordt omgezet in een voordeel: die CVT-automaat. Als je snel wil optrekken, bijvoorbeeld bij het oprijden van de snelweg, dan jankt die atmosferische vierpitter zo de 4.500 toeren per minuut in, om pas weer te zakken wanneer je de gewenste snelheid hebt behaald. Maar dankzij deze aandrijving, was ons gemiddeld testverbruik over de ganse week wel slechts 4,8 liter benzine per honderd kilometer. Probeer maar eens een SUV in het L-segment te vinden die dat kan evenaren.
De prijs
De C-HR heb je nu vanaf 30.830 euro per maand. Onze testwagen was de ‘Premium’-uitvoering, wat meteen ook de duurste is met die motorisering. Die komt op minstens 38.330 euro. De plugin-hybride moet minstens 41.620 euro kosten. De 2-liter zonder stekker komt op minstens 41.390 euro.
Ons verdict
De Toyota C-HR is een kleine SUV met een leuk, eigenzinnig design. Hij is erg netjes afgewerkt en verbaasde ons vooral met zijn zuinigheid. De prijs van de instapper is best te doen, maar die is ook een beetje mak. Misschien wel te mak voor dat puike onderstel. Maar als je een versie met wat meer power wil, dan zit je al direct over de 40.000 euro. Dan zit je eigenlijk al in de prijsklasse van pakweg de BMW X2, die in dezelfde klasse speelt en die wat meer ‘vinnigheid’ gewoon standaard heeft.
Maar ach, wat maakt dàt eigenlijk uit? Zoals we eerder al zeiden: de meeste kopers van de C-HR, zullen wellicht voor de 1.8 gaan. En dan heb je gewoon een leuke, toffe, kwalitatieve en goed rijdende SUV voor een goede prijs, toch?