Wie gisteren nog eens een mooi voorbeeld wilde hebben van de agenda setting theorie kon terecht bij Pharaïlde. Ze had het in De Afspraak ook over de moeilijke situatie in Israël.
Een eerder (echt) wetenschappelijk experiment liet twee groepen mensen naar een documentaire kijken. Opvallend achteraf: de ene groep vond dat de reportage te veel in het voordeel was van de andere groep, en de andere groep vertelde net hetzelfde. Dat kan natuurlijk niet, maar het toont aan dat objectiviteit niet bestaat. Dat die reportage ook nog eens over de situatie in het Midden-Oosten ging, is illustratief.
Even illustratief is dat Pharaïlde gisteren Majd Khalifeh uitnodigde. Khalifeh werd in 1983 geboren in Dubai met Palestijnse roots. Volgens Wikipedia werd zijn familie tijdens de ‘Al-Nakba’ verdreven. Je kan uiteraard van een dergelijke persoon niet verwachten dat hij veel sympathie opbrengt voor het standpunt van Israël. Dat is op zich niet nodig, mocht Pharaïlde ook iemand uit de Joodse gemeenschap uitgenodigd hebben. Dan heb je een tegensprekelijk debat. Dat is uiteraard niet gebeurd.
De agenda setting theorie stelt dat de grote mediagroepen bepalen welk onderwerp ze op de agenda zetten (hier het conflict in Israël), wie ze uitnodigen (hier Majd) en hoe dus over het onderwerp gedacht moet worden (door die persoon).
Je zou kunnen stellen dat Majd zo objectief mogelijk probeert te zijn, en het is waar: hij deed zijn best. Maar je kan je afkomst niet verloochenen (waardoor Majd op sommige momenten eerder overkwam als een activist dan een journalist) en aan tafel was er ook weinig begrip voor het standpunt van Israël. Maar dat was ook geen verrassing.