Moeten we halve Belgen die spuwden op onze maatschappij terughalen?
Een mini-quizvraagje: wie is onze Belgische minister van Buitenlandse zaken? Nee? Bernard Quintin. Wie? Van welke partij? MR. Jawel, Op 30 november 2024 werd Bernard Quintin door de liberale MR voorgedragen als federaal minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Buitenlandse Handel, belast met de Federale Culturele Instellingen. Hij verving Hadja Lahbib, die Europees commissaris werd. De brave man is op werkbezoek in Turkije en besprak er gisteren onder meer de situatie in Syrië met zijn Turkse ambtgenoot Hakan Fidan.
Wat moeten we met de ‘Belgische’ Syriëstrijders?
De toekomst van Belgische Syriëstrijders en hun families die vastgehouden worden in gevangenissen en vluchtelingenkampen in het noordoosten van Syrië, blijft onzeker. Minister van Buitenlandse Zaken Bernard Quintin (MR) schuift de verantwoordelijkheid resoluut door naar de volgende federale regering. “Een dergelijke beslissing moet genomen worden door een regering met volle bevoegdheid,” verklaarde hij tijdens zijn werkbezoek in Turkije. Sinds de de vlucht van dictator Assad, waait er een nieuwe wind in Syrië. Of dat een gunstige wind is, moet nog blijken. Of het wat uitmaakt voor de ‘Belgische’ landverraders, is een vraag waar niemand een antwoord op heeft. Of we deze halve Belgen terug moeten halen, is eveneens een vraag zonder antwoord. Ook in België waait er straks een nieuwe wind. Nu ja, ‘straks’ kan naar Belgische normen jaren duren.
Een breekpunt voor nationale veiligheid
Voor België – zoals voor vele andere Europese landen – is de vraag over repatriëring van Syriëstrijders geen academische discussie. Het is een explosieve kwestie van nationale veiligheid, benadrukt Quintin. Momenteel zouden er nog 13 Belgische Syriëstrijders vastzitten in Koerdisch gecontroleerde gevangenissen, samen met 8 Belgische vrouwen en 9 kinderen in vluchtelingenkampen in dezelfde regio. Hoewel deze individuen gelinkt zijn aan ons land, blijven ze een schaduw werpen op de Belgische binnenlandse veiligheid.
De situatie wordt nog complexer door de politieke dynamiek in Syrië. Na de val van Bashar al-Assad, staat een interim-regering aan het hoofd van een land dat gebukt gaat onder machtsspelletjes van diverse fracties. De Koerden - die de facto de noordelijke regio controleren - waarschuwen voor een mogelijke heropleving van Islamitische Staat (IS) en nieuwe aanvallen van door Turkije gesteunde milities. Deze dreiging maakt dat de veiligheid in de kampen en gevangenissen allesbehalve kan worden gegarandeerd. Toch stelde Quintin op Radio 1 gerust dat “de situatie voorlopig onder controle is.”
De voorgeschiedenis: kinderen en vrouwen eerder gerepatrieerd
Het debat over repatriëring is niet nieuw. In 2021 nam België een controversiële beslissing om kinderen en vrouwen met een Belgische nationaliteit terug te halen uit dezelfde kampen. Die operatie was niet zonder politieke risico’s, maar werd gerechtvaardigd met het argument dat kinderen geen keuze hadden in de beslissingen van hun ouders. Critici wierpen op dat de landverraders hun kinderen gebruikten om zelf te kunnen wegkomen. En dat gebeurde ook. De lieve mama's die hun lieve mannen waren gevolgd om in de naam van Allah koppen te gaan snellen in Syrië, mochten met de kindjes mee naar het land van melk en honing: België. Ze zouden hier hun straf moeten uitzietten, maar in spsertember vorig jaar waren 6 van de 12 IS-vrouwen die België terughaalde, alweer vrij. Gaan dat dure scenario nog eens herhalen?
Een geopolitiek mijnenveld
Tijdens zijn bezoek aan Turkije sprak Quintin onder andere met de Turkse minister van Buitenlandse Zaken, Hakan Fidan. Turkije dringt erop aan dat alle staten verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen onderdanen, inclusief voormalige IS-strijders. “Ze worden in Syrië vastgehouden zonder proces en onder toezicht van de PKK,” verklaarde Fidan. Volgens Turkije is dit onhoudbaar en moeten landen zoals België hun eigen burgers terughalen en berechten. Je kan je de vraag stellen of ze wel verdienen om onze ‘eigen burgers’ genoemd te worden.
De Koerdische Volksbeschermingseenheid (YPG), die de kampen bewaakt, wordt door Turkije gezien als een terroristische organisatie, net zoals de PKK. Voor België betekent dit dat repatriëring niet alleen een humanitaire en juridische uitdaging is, maar ook een geopolitieke nachtmerrie waarin bondgenootschappen op het spel staan.
Wat is de weg vooruit?
In de tussentijd blijven de Belgische Syriëstrijders en hun families in de kampen gevangen, in een juridisch vacuüm en onder erbarmelijke omstandigheden. Voor de Koerden, die de kampen beheren, is het beheer van buitenlandse strijders een ondankbare taak die steeds meer op gespannen voet staat met de toenemende instabiliteit in de regio. Ondertussen probeert België zich staande te houden tussen morele verplichtingen en electorale risico’s.
Quintin benadrukt dat de onmiddellijke prioriteit ligt bij het garanderen van de veiligheid in de kampen en het in kaart brengen van wie zich daar bevindt. Maar is dat voldoende is om België’s verantwoordelijkheid in deze complexe kwestie te ontwijken? De beslissing over de repatriëring van Belgische Syriëstrijders wordt dus doorgeschoven naar een nog onbekende datum.