In Botswana stierven er de voorbije maanden meer dan 350 olifanten.
In de Okavango delta – misschien wel de mooste plek op aarde – stelt men een massale sterfte van olifanten vast. Eind mei trokken natuurbeheerders aan de alarmbel en had men 169 kadavars geteld. Nu is dat cijfer meer dan verdubbeld en staat de teller op 350-plus.
Een massale sterfte op dat niveau is heel ongewoon en de reden onbekend. Het heeft niets met droogte te maken en ook stropers worden uitgesloten als oorzaak van de ramp. Stropers zijn uit op de slagtanden en die zijn nog aanwezig. Bovendien werken stropers vaak met gif (cyanide) en treft men ook andere dode dieren aan. Nu zijn het alleen de olifanten die overlijden. Men denkt aan een (onbekende) natuurlijke bacterie, een nieuwe olifantenziekte, zelfs een soort coronavirus. Maar het blijven theorieën.
Om zeker te zijn moeten stalen genomen worden, maar Botswana doet weinig of niets, of beschikt over onvoldoende middelen. Mary Rice, directeur bij Environmental Investigation Agency in Londen, zegt aan The Guardian dat men zal moeten proberen om het probleem te identificeren en maatregelen nemen. “Dit gebrek aan urgentie weerspiegelt niet de manier waarop een verantwoordelijke zich moet gedragen. Privé-initiatieven hebben hulp aangeboden, maar dat is in dovemansoren gevallen”, aldus Rice.
Botswana is ongeveer zo groot als Frankrijk en telt de grootste populatie olifanten in heel Afrika: zo'n 130.000 dieren. In de Okavango Delta leven zeker 15.000 olifanten.