Het was al aangekondigd natuurlijk: geen sierlijke coupé met broem-broem onder de kap, maar wel een SUV die zoem-zoem doet.
Ondergetekende is opgegroeid tussen vierwielers: vader had een garage. Van alle auto’s die ik als lagereschool-uk geregeld zag passeren, herinner ik me nog dat ik een voorkeur had voor Alfa Romeo’s en BMW 3-series. Maar dé auto waar ik urenlang naar kon kijken telkens we er eentje hadden staan: de Ford Capri. Ik was er in die tijd zeker van: “Later als ik groot ben, wil ik een Ford Capri.” Die lange neus, de ‘alerte’ blik, de lage daklijn: ik was er helemaal wild van.
Toch heb ik nooit een Ford Capri gehad. Tegen de tijd dat ik achttien was en om mijn rijbewijs mocht, waren haast alle Ford Capri’s ofwel doorgeroest, ofwel aan gort gereden. Zo’n halfgaar exemplaar kopen en weer oplappen was niet verstandig: er waren in de meeste gevallen veel meer kosten aan dan zo’n auto waard was. Die eerste auto werd uiteindelijk een Ford Fiesta.
Een dik jaar geleden kondigde Ford aan, dat er een nieuwe Capri zat aan te komen. Geen sportieve coupé dit keer, maar wel een, euh, sportieve SUV. Een EV die qua formaat onder de Mach-E geplaatst wordt.
En hier is-ie dan. De nieuwe Ford Capri heeft een front dat je moet herinneren aan vervlogen tijden. Die vier opvallende led-lampjes zijn een knipoog naar het verleden, samen met de grille die liefkozend 'hondenbot' werd genoemd. In de bumper is de modelnaam trots gestanst, een subtiel maar stijlvol detail. Ook aan de achterkant blijft het feest, met diezelfde vier lichtunits en een zwarte plexiglasplaat waarop in strakke witte 3D-letters 'Capri' prijkt. Boven die letters zit een smalle balk met het derde remlicht, dat iets lager geplaatst is dan je zou verwachten. De achterste zijruiten hebben ietwat dezelfde vorm gekregen dan die van de ‘oude’ Capri.
De bagageruimte? Die is royaal met 572 liter, wat beduidend meer is dan de 470 liter van de Explorer. Standaard rolt de Capri op 19-inch wielen, terwijl de Premium-versie pronkt op 20-inch. Voor wie echt wil opvallen, is er ook een nog grotere maat beschikbaar.
Onder de motorkap deelt de Capri zijn DNA met de Explorer, vooral qua aandrijflijnen. De basisversie heeft een motor van 170 pk en een 52 kWh accupakket, maar die komt pas begin 2025 op de markt. De achterwielaangedreven versie biedt 286 pk, een 77 kWh accu en een WLTP-bereik van 627 km. De vierwielaangedreven versie pakt uit met twee motoren, een 79 kWh accu, 340 pk en een WLTP-bereik van 591 km. Het bereik van de basisversie is nog niet bekend, maar over de hele lijn biedt de Capri een hoger rijbereik dan de Explorer, ondanks dat hij 90 kg zwaarder is. Laden kan met 115, 135 en 185 kW, afhankelijk van de versie.
Binnenin is het vooral het grote, verticale 14,6-inch scherm dat de show steelt. Het scherm ligt een beetje schuin, maar je kunt het rechtop zetten voor wat extra opbergruimte. De middenconsole biedt sowieso al veel bergruimte met 17 liter. Het stuur heeft een leuk retro detail: een stukje aluminium met twee ronde gaatjes, een knipoog naar vroeger.
Qua uitrusting zit je met de Capri goed. Elektrisch verstelbare sportstoelen met massagefunctie voor de bestuurder, verwarmde stoelen en stuur, navigatie, adaptieve cruisecontrol en een scala aan veiligheids- en assistentiesystemen behoren tot de standaarduitrusting.
Je kan je Capri nu configureren, de eerste exemplaren worden over een weekje of twintig geleverd. Kostprijs? Vanaf een slordige 48.000 euro.
