Dat klinkt enerzijds misschien een beetje tegenstrijdig, maar anderzijds is het net heel logisch.
Iedereen moet straks elektrisch gaan rijden, dat weten we onderhand al wel. Een groot struikelblok is momenteel de prijs van elektrische auto’s: die ligt over het algemeen een pak hoger dan die van auto’s met een motor op dinosap.
Daar hebben slimme koppen nu wat op gevonden: gigacasting. Door van verschillende kleine onderdelen één groot onderdeel te maken in elektrische auto's, kunnen heel wat productiekosten bespaard worden. Geschat wordt, dat tegen 2027 elektrische auto’s nog maar evenveel zullen kosten als hun benzine- en dieselbroeders.
Da’s een enorm argument in de showroom natuurlijk, maar er hangt ook een enorm nadeel aan. Bij een aanrijding bijvoorbeeld, zal er ‘dankzij’ die prijsdrukkende gigacasting een groot onderdeel moeten vervangen worden in de plaats van een klein onderdeel. Het zou zo maar eens kunnen dat de prijs van herstellingen aan elektrische auto’s waarbij gigacasting toegepast werd, met zo’n dertig tot veertig procent zullen stijgen. Er zullen dan ook veel meer auto’s die een ongeluk hebben gehad, total-loss verklaard worden omdat de reparatiekosten hoger zullen zijn dan de actuele waarde.
Nu, het gros van nieuwe auto’s wordt natuurlijk ‘omnium’ verzekerd. Een verzekeringsmaatschappij is natuurlijk geen Sinterklaas: als zij het risico lopen om zo’n dertig tot veertig procent meer te moeten uitkeren bij een schadegeval, dan zullen de premies voor EV’s met datzelfde percentage gaan stijgen. Of ze gaan bepaalde auto’s weigeren te verzekeren, dat is ook nog een mogelijkheid.
Critici ‘voorspellen’ nu al dat na een tijdelijke verkoopsboost in 2027, na een tijdje – omwille van het hierboven beschreven – stevig zal terugvallen. Zij peinzen zelfs dat een deel van de nieuwe merken die enkel EV’s bouwen, hierdoor failliet zullen gaan.
Toyota
