Een tip. Hij is rood. Rosso Corsa om precies te zijn. Op zich is dat niet zo verwonderlijk, want een zekere Enzo besliste dat alle exemplaren van dit type, de fabriek in deze tint moesten verlaten.
In 1987 blies Ferrari veertig kaarjes uit en Enzo Ferrari wilde dat vieren met een heel speciaal nummer. Er werd geknutseld aan een auto die de strafste productiewagen voor op de openbare weg moest zijn. Als krachtbron kreeg de wagen een 2.9-liter grote V8, die voorzien was van twee turbo’s en daarmee 478 pk produceerde. De F40, zoals de wagen ging heten, haalde een topsnelheid van 324 km/u. Hij knalde in 4,1 seconde van nul naar honderd, en van nul naar 200 nam amper elf tellen in beslag. Tegenwoordig zijn er wel meer wagens die dit kunnen, maar in 1987 was dat genoeg om daadwerkelijk ‘de strafste’ te zijn. 1.315 exemplaren werden er gemaakt in Maranello.
Eentje daarvan werd deze week op zijn kant gelegd, ergens ten noorden van Londen. Het zou volgens de politie aldaar een meonteur geweest zijn die met de auto een proefrit deed. De bovenste beste man had het een goed idee gevonden om het gaspedaal te vloeren op een koude, gladde weg.
Auto’s uit 1987 zijn nog niet voorzien van elektronische nannies en uiteraard ging het mis: de achterkant brak uit en de F40 knalde tegen een lantaarnpaal, om daarna op zijn kant te kantelen.
We zouden niet graag in die monteur zijn werkschoenen staan. Vandaag de dag is zo’n F40 al gauw zo’n drie miljoen euro waard. Als-ie op zijn wielen staat en nog heel is, welteverstaan.