Start Magazines Zoeken Shop Rubrieken

Als Big Brother je burgers bespioneren, mag voortaan van Europa

Redactie - 31-01-2025

Europa zet de deur open voor het gebruik van artificiële intelligentie (AI) en gezichtsherkenning door politiediensten.

De Europese regelgeving die deze week in werking treedt, heeft de deur geopend voor het gebruik van artificiële intelligentie (AI) en gezichtsherkenning door politiediensten. In theorie is het doel van deze wetgeving om de inzet van AI te beperken en de privacy van burgers te beschermen. In de praktijk biedtde wet ruimte voor talrijke uitzonderingen, die zorgen baren bij privacy-experts, mensenrechtenorganisaties en onderzoekers.

Het verleden en de nieuwe mogelijkheden

De beelden van de "man met het hoedje" – de verdachte van de aanslagen op de luchthaven van Zaventem op 22 maart 2016 – moeten ons niet alleen overtuigen van de noodzaak van alom tegenwoordige camera’s, maar tegelijk van het nu van AI. De man met het hoedje, die zelf niet bij de aanslag omkwam maar de luchthaven verliet, was destijds herkenbaar op camerabeelden dankzij zijn vissershoedje. De identificatie gebeurde handmatig: politieagenten speurden door de beelden en volgden de man van camera naar camera. Pas weken later werd hij geïdentificeerd als Mohamed Abrini, een belangrijke speler in de aanslagen van Parijs in 2015.

In een wereld waarin gezichtsherkenning direct beschikbaar zou zijn geweest, had de politie vrijwel onmiddellijk kunnen zien wie Abrini was, omdat de ideale schoonzoon al in de databanken stond. En dus, een en een is twee, vindt Europa. Wie niets te verbergen heeft, hoeft niets te vrezen. Nog zo’n dooddoener. Maar herinner je je nog dat de politie van Antwerpen – ten tijde van corona – met camera’s de pizzadozen ging tellen die werden bezorgd. Op die manier probeerden ze erachter te komen waar er verbonden feestjes waren?

De AI-verordening: goed bedoeld, maar met grote ruimte voor misbruik

Vanaf 2 februari 2025 treedt de Europese AI-verordening officieel in werking. Deze wetgeving is - naar eigen zeggen - bedoeld om het gebruik van AI in Europa te reguleren, met als doel de rechten en privacy van burgers te beschermen. Het verbiedt onder meer het gebruik van gezichtsherkenning voor massale surveillance in openbare ruimtes. Toch zijn er grote uitzonderingen. Zo wordt het gebruik van biometrische gegevens wel toegestaan voor de opsporing van ontvoerde personen, het aanpakken van acute terreurdreigingen en het identificeren van zware criminelen.

"De lijst met uitzonderingen is zo breed dat de uitzondering feitelijk de regel wordt", zegt strafrechtonderzoeker Sofie Royer van de KU Leuven in ‘De Morgen’. Deze uitzonderingen maken de wetgeving in de praktijk veel minder restrictief dan het op het eerste gezicht lijkt.

In België was het lange tijd onduidelijk of de politie wel gebruik mocht maken van gezichtsherkenning. Het juridische vacuüm zorgde ervoor dat er, ondanks de verboden, toch experimenten plaatsvonden. Drie jaar geleden bleek bijvoorbeeld uit een hack dat twee speurders van de federale gerechtelijke politie illegaal gebruik hadden gemaakt van de proeflicentie van het Amerikaanse bedrijf ClearView AI om gezichtsherkenning uit te voeren. Bovendien moest de federale politie een proefproject voor automatische gezichtsherkenning op de luchthaven van Zaventem stopzetten vanwege de ontbrekende wettelijke basis.

Toenemende bezorgdheid over misbruik

In België zijn er momenteel meer dan 15.000 camera’s in gebruik die potentieel in staat zijn om gezichten te herkennen. De vraag naar gezichtsherkenningstechnologie is groot, en de overheid heeft al plannen aangekondigd om deze technologie in te zetten tegen sluikstorters. Conner Rousseau - een voorvechter van de totale controle van de overheid - heeft bijvoorbeeld voorgesteld om gezichtsherkenning in te zetten om milieucriminaliteit op te sporen. Steden als Gent en Antwerpen experimenteren inmiddels met slimme camera’s tegen sluikstorters, maar lopen tegen beperkingen aan wanneer het gaat om de identificatie van de dader.

De recente Europese wetgeving biedt ruimte voor dergelijke toepassingen, maar de manier waarop de Belgische wetgever deze wetgeving gaat implementeren, moet nog worden ingevuld. Het is mogelijk dat de wetgever strengere regels invoert, maar de coalitieonderhandelaars lijken een meer liberale koers te volgen. De plannen omvatten onder meer experimenten met gezichtsherkenning voor de opsporing van veroordeelden en verdachten, en de verruiming van camerawetgeving voor veiligheids- en inlichtingendiensten.

De vrees voor een glijdende schaal

Mensenrechtenorganisaties, zoals de Liga voor Mensenrechten, uiten zware bezwaren tegen de vele uitzonderingen die de nieuwe wetgeving toestaat. Ze vrezen dat de lijst van toegestane misdrijven in de toekomst alleen maar zal uitbreiden, waardoor steeds meer burgers onterecht in de gaten gehouden zullen worden. Vooral gemarginaliseerde groepen zouden disproportioneel vaak het doelwit worden van deze technologie, aldus de critici.

De zorgen zijn niet ongegrond. De Controlecommissie voor Politiegegevens heeft in het verleden vastgesteld dat agenten al te vaak onterecht toegang hadden tot bestaande databanken. Onlangs werd een agent veroordeeld voor het onterecht raadplegen van privégegevens van collega's. In de Verenigde Staten zijn er al gevallen bekend van verkeerdelijke arrestaties door misbruik van gezichtsherkenning. Zulke voorbeelden vergoten de bezorgdheid over de potentiële gevaren van deze technologie alleen maar.

De noodzaak van een parlementair debat

Zowel de Liga voor Mensenrechten als onderzoeker Sofie Royer dringen er al langer op aan om een parlementair debat te voeren over het gebruik van AI door de politie. "Eens zo’n technologie wordt ingevoerd, weten we dat het bijna onmogelijk wordt om het weer terug te draaien", zegt Royer. De angst voor misbruik is reëel, zeker gezien de zwakke waarborgen die momenteel in het wetsvoorstel staan. 

Er is bovendien sprake van een "hellend vlak". Wat begon als technologie voor het opsporen van zware criminaliteit en terreurdreiging, wordt nu ook ingezet voor kleinere overtredingen, zoals het opsporen van foutparkeerders en sluikstorters. Zoals Royer het zegt: “Toen camera’s voor het eerst werden ingevoerd, was het doel om zware misdrijven en terrorisme op te sporen. Nu worden ze gebruikt voor zaken die veel minder urgent zijn.” Als dat nu al het geval is, wanneer het niet mag, wat zal het morgen dan niet geven als het wel mag?

(Foto: Shutterstock)

Bewakingscamera Ai Anpr-camera's Nieuws nationaal

Reacties

Resterende karakters 500
Nieuwsbrief Mis nooit meer het laatste nieuws, exclusieve aanbiedingen en boeiende verhalen van P-magazine! Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.
Zoeken
WIN een Japans Santokumes!