Demirs klacht tegen terugdraaiende teller struikelt op bureaucratische kasseien.
De Vlaamse eigenaars van zonnepanelen mogen al langer diep in de buidel tasten dankzij de afschaffing van hun geliefde terugdraaiende teller. De Waalse medeburgers daarentegen profiteren vrolijk van het oude systeem. En daar lijkt, tegen alle verwachtingen in, voorlopig geen verandering in te komen. De auditeur van de Raad van State heeft namelijk het dossier van Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) tegen de Waalse regeling van de terugdraaiende teller onontvankelijk verklaard. Een bureaucratische klap die inslaat als een bom in het energiedebat.
Het terugdraaiende drama
Wie dacht dat de politiek niet spannender kon worden dan een heruitzending van De Collega's, zat fout. Het lot van de terugdraaiende teller is immers één van de meest besproken dossiers in de energiewereld. In Wallonië blijft het systeem, waarbij zonnepanelenbezitters hun opgewekte energie die ze niet onmiddellijk gebruiken kunnen teruggeven aan het net – en daardoor hun energiefactuur zien dalen – voorlopig overeind. En daar wringt het schoentje voor minister Demir.
In Vlaanderen werd dit voordeel, dankzij een beslissing van het Grondwettelijk Hof in 2021, rigoureus de nek omgedraaid. Dat leidde tot een storm van protest onder de duizenden Vlamingen die hals over kop hun zonnepanelen hadden laten installeren om nog snel van de terugdraaiende teller te genieten. De Vlaamse regering werd naar de rechtbank gesleept, en Demir zag zich genoodzaakt om een stevige compensatie uit te werken om de volkswoede te bedaren. De Waalse buren konden al die tijd vrolijk blijven terugdraaien alsof er niets aan de hand was. En dat was voor Demir, zacht uitgedrukt, een doorn in het oog.
Demir’s kruistocht naar gerechtigheid
Zuhal Demir ging in april 2024 de juridische strijd aan. In een poging om de scheve situatie recht te zetten, trok ze naar de Raad van State. Haar standpunt was duidelijk: het kan niet dat Walen nog van het systeem mogen profiteren terwijl de Vlamingen zwaar getroffen worden door de afschaffing van dezelfde regeling. Maar zoals zo vaak in de juridische wereld, bleek de zaak ingewikkelder dan gedacht. De auditeur van de Raad van State vond dat Demir’s klacht geen steek hield, en adviseerde om de zaak onontvankelijk te verklaren. Volgens hem heeft Demir “geen belang” in de kwestie. Ofwel: zelfs al heeft ze gelijk, ze zou toch geen gelijk kunnen krijgen. Leve België.
“Het onrecht dat veel Vlamingen met een terugdraaiende teller is overkomen, is een erfenis waar ik niet voor gekozen heb,” aldus een teleurgestelde Demir in ‘Het Nieuwsblad’. “Waarom zouden de Walen wel financiële voordelen mogen hebben die de Vlamingen ontnomen zijn? Waarom moeten Vlamingen blijven bijdragen aan een systeem dat hen zelf is afgenomen?” We kunnen haar woede begrijpen.
Een geschiedenis vol fouten en gemiste kansen
De saga rond de terugdraaiende teller begon met grootse beloftes. Ministers Bart Tommelein en Lydia Peeters (Open VLD) beweerden nog vol overtuiging dat de regeling stand zou houden. “Investeer maar in zonnepanelen,” klonk het. Duizenden mensen deden dat dan ook, vol vertrouwen in de overheid. Maar toen het Grondwettelijk Hof zich ermee ging bemoeien, werd het systeem in Vlaanderen in 2021 alsnog afgeschoten. Gevolg was een energiebom die ontplofte in het gezicht van meer dan honderdduizend Vlamingen.
De compensatieregeling die daarop volgde, kon de woede van de zonnepaneelbezitters maar deels stillen. Demir erfde een puinhoop van Tommelein en Peeters, en werd genoodzaakt om snel met een oplossing te komen. Doch, de reputatieschade aan het Vlaamse energiebeleid was onherstelbaar. Intussen weigerden sommige Vlamingen digitale meters te laten installeren, wat leidde tot gerechtelijke procedures. De digitale meter, oorspronkelijk bedoeld om een slimme energieomslag te ondersteunen, kreeg een slecht imago. De rechter dwong in juli 2024 zelfs de eerste Vlaamse weigeraars om digitale meters te installeren, maar de schade was al aangericht.
Wat nu voor Wallonië?
In Wallonië blijft de terugdraaiende teller voorlopig overeind tot 2030, tenzij het Grondwettelijk Hof ook daar roet in het eten gooit. De situatie toont aan hoe verschillend Vlaanderen en Wallonië hun energiebeleid invullen. Terwijl Vlaanderen de digitale meter omarmt als het wondermiddel voor een duurzame toekomst, blijven de Walen trouw aan de oude teller, die hen financieel nog jaren voordeel oplevert.
Maar hoe lang kan Wallonië deze regeling nog handhaven voordat ook daar de juridische molen begint te draaien? En zullen we ooit nog een uniforme aanpak zien in dit land van duizend snelwegen en twee energievisies? De verschillen tussen noord en zuid worden met de dag groter.
In afwachting van een uitspraak ten gronde door de Raad van State, blijven de Waalse zonnepaneelbezitters voorlopig de lachende derde. Of die lach zal blijven klinken, hangt af van hoe snel het juridische vuurwerk zich naar het zuiden verplaatst. In België - zo weten we allemaal - duurt rechtvaardigheid soms even lang als de aanleg van een nieuwe autosnelweg.