Van lotje getikt.
Een drang naar altijd meer en nooit genoeg, een vorm van schraapzucht, inhaligheid die buitenproportionele vormen aanneemt en een ziekelijke begeerte naar bezit. Meer kunnen we niet bedenken bij de vermeende witwaspartijken van het gezin Reynders. Een eurocommissaris en een topmagistraat die samen hun zwarte centjes gaan witwassen in een tankstation in Ukkel, op 2,5 kilometer van hun villa. Leg zo’n scenario voor om te verfilmen en het wordt geweigerd, wegens te ver gezocht
Eentje is geentje
Het Brusselse gerecht heeft zijn handen vol met een bijzonder delicate zaak. Nu blijkt dat er niet één, maar twee afzonderlijke meldingen binnenkwamen over de witwaspraktijken van voormalig Eurocommissaris en minister Didier Reynders en zijn echtgenote, topmagistrate Bernadette Prignon. De Nationale Loterij en de antiwitwascel CFI hebben onafhankelijk van elkaar alarm geslagen. Het zou samen goed zijn voor een duizelingwekkende 1 miljoen euro aan verdachte transacties.
Van krasloten tot bankoverschrijvingen: hoe het begon
De eerste alarmbel kwam uit een onverwachte hoek: de Nationale Loterij. In 2021 viel het management iets verdachts op. In een verkooppunt van de Loterij werden abnormaal veel e-tickets aangeschaft, dag na dag, maand na maand. Het patroon deed vermoeden dat de aankopen meer waren dan een dure gokhobby. In maart 2022 meldde de Loterij haar bevindingen aan het federaal parket.
Omdat de feiten zich afspeelden in Brussel, nam aanvankelijk het Brusselse parket het dossier onder de loep. Doch, zodra duidelijk werd dat grote vis Didier Reynders aan de haak hing, werd de zaak doorgeschoven naar het parket-generaal.
Vijf jaar lang gokken en sjoemelen
In totaal zou het echtpaar Reynders via de Loterij in vijf jaar tijd met krasloten en e-tickets maar liefst 200.000 euro hebben witgewassen. Voor een professionele graaier als Reynders niet meer dan zakgeld. Maar eind 2023 viel er een tweede bom binnen via de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI), de antiwitwascel van de Belgische overheid. Het betrof een melding over Reynders van een van de organisaties die verplicht zijn om verdachte transacties aan te geven. Dat zijn in de eerste plaats banken, boekhouders en notarissen, maar ook gokbedrijven. De melding over Reynders kwam volgens De Standaard van een bank.
De CFI zou grondiger te werk en onderzocht transacties van de voorbije tien jaar. Wat ze vonden, was niets minder dan schokkend: 800.000 euro aan verdachte financiële bewegingen op de rekeningen van Reynders.
Het parket-generaal kreeg een uitgebreid dossier waarin een duidelijk patroon van verdacht geldverkeer werd geschetst. Niet alleen rook, maar ook vuur deze keer.
De vraag is nu hoe Reynders deze bedragen heeft verkregen, en of er banden zijn met illegale activiteiten zoals belastingontduiking, fraude of zelfs buitenlandse steekpenningen.
Wat staat Reynders te wachten?
Het gerechtelijk onderzoek zit nog in een pril stadium, maar de signalen wijzen op zware beschuldigingen. Het Brusselse parket-generaal zal zowel de meldingen van de Loterij als die van de CFI samenbrengen in één groot dossier. Het gevaar voor Reynders zit hem niet enkel in de bedragen, maar vooral in het vermoeden dat hij een systematisch mechanisme heeft opgezet om geld wit te wassen.
Reynders zelf heeft tot nu toe elke betrokkenheid ontkend en houdt vol dat zijn fortuin het gevolg is van legitieme inkomsten en investeringen. Maar ‘Teflon Didier’ zal met stevige bewijzen moeten komen om zijn onschuld te staven. Bovendien lijken de schaduwen uit het verleden hem in te halen.
De zaak belooft nu al hét politieke schandaal van 2025 te worden: het gerecht zit bovenop deze zaak, en Reynders zal alle registers moeten opentrekken om dit stinkend potje weer te sluiten.