Vrijheid van meningsuiting zegeviert volgens Van Mol.
Gert Van Mol, eigenaar van de omstreden satirische website ‘t Scheldt, heeft in het hof van beroep in Antwerpen een stevige juridische overwinning geboekt. Waar hij eerder nog veroordeeld werd tot zes maanden cel met uitstel en een boete, verklaarde het hof hem nu vrij van het aanzetten tot haat en racisme. “Dit is een grote dag voor de vrijheid van meningsuiting,” aldus een opgeluchte Van Mol.
De zaak draaide om een artikel uit mei 2020 waarin Zelfa Madhloum, toenmalig woordvoerster van Open VLD, het doelwit werd van scherpe satire. In het stuk werd ze afgeschilderd als een niet-geïntegreerde buitenlander, geïllustreerd met een foto in traditionele Irakese kledij – een verwijzing naar de afkomst van haar ouders. Het artikel leidde tot een storm aan haatdragende reacties op sociale media, met Madhloum als mikpunt.
In eerste aanleg was het oordeel van de rechtbank in Mechelen niet mals: Van Mol kreeg een voorwaardelijke celstraf, een boete van 4.000 euro en moest een schadevergoeding van 2.500 euro betalen aan Madhloum. Bovendien werden de bewuste artikels verboden. Maar het hof van beroep dacht daar anders over en sprak Van Mol volledig vrij.
“Vrijheid van meningsuiting staat centraal”
Bij het verlaten van de rechtszaal was Van Mol zichtbaar opgelucht. “Dit is een overwinning voor iedereen die gelooft in de kracht van satire en het vrije woord. Het recht om te provoceren en te bekritiseren is essentieel in een democratische samenleving,” verklaarde hij.
De verdediging baseerde haar argumenten op de stelling dat satire per definitie mag overdrijven en choqueren. Het hof volgde die redenering en oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat het artikel bewust aanzette tot haat of racisme.
Madhloum: “Dit is geen satire, dit is haat”
Zelfa Madhloum reageerde teleurgesteld op de uitspraak. “Satire mag niet dienen als een excuus om mensen te vernederen of te ontmenselijken,” zei ze in een korte verklaring. Voor haar voelt de uitspraak als een slag in het gezicht, niet alleen voor haarzelf, maar ook voor anderen die vaak het doelwit zijn van dergelijke berichten.
De grens van satire: een blijvende discussie
De zaak van ‘t Scheldt zwengelt het debat aan over de dunne lijn tussen satire en laster. Waar eindigt het recht op vrije meningsuiting en begint de verantwoordelijkheid om anderen niet te kwetsen? Voorstanders van Van Mol wijzen erop dat satire moet kunnen prikken en ongemakkelijk mag zijn. Critici vrezen echter dat dit soort uitspraken de deur openzet voor normalisering van racistische of haatdragende taal.
De uitspraak is dan ook meer dan een juridische overwinning voor Van Mol; het is een signaal in een maatschappelijk debat dat verre van beslecht is.
Wat nu?
Hoewel Van Mol juridisch zijn gelijk heeft gehaald, is de zaak een smet op het imago van ‘t Scheldt en zijn aanpak. Voorstanders van persvrijheid vieren de uitspraak, terwijl tegenstanders blijven pleiten voor strengere regels rond wat gepubliceerd mag worden.
Zelfa Madhloum overweegt geen verdere juridische stappen meer. “Ik richt me nu op wat echt belangrijk is: een samenleving waarin iedereen zich gerespecteerd voelt.”