“Mensen en organisaties een hart onder de riem steken."
Terwijl de beelden van koloniale heersers met hun negentiende eeuwse blindheid van hun sokkels worden getrokken, laat Delphine van Saksen-Coburg zich behandelen als een echte prinses. De nieuwste koninklijke telg doet zowaar aan goede doelen.
Het Sint-Pietersziekenhuis in de Brusselse Marollen - waar het personeel een prikje tegen de griep kreeg - liet zichzelf vereren met een bezoekje. De Marollen hebben die geweldig historische connotatie met armoede en zijn van onschatbare waarde voor vrouwen van koninklijken bloede die het volk willen tonen dat ook zij slechts gewone mensen zijn.
“Ik ben vereerd dat ik hiervoor werd uitgenodigd, want als ik me nuttig kan maken in momenten van crisis dan doet me dat erg veel plezier”, sprak de prinses. De buitenechtelijke pleziertjes van Koning Albert, brengen eindelijk op. Dit is waar de onderdanen al die jaren op hebben gewacht, de terugkeer van de verloren dochter, die zich buiten de paleismuren tussen de onderdanen mengt en het volk weer de moed en de kracht geeft om door te zetten in moeilijke tijden. Mooi zo. Leve Delphine.
“Ik representeer mezelf. Ik ben nog steeds Delphine zoals voordien. De buitenwereld ziet het als iets extra, die titel, maar ik niet”, zei ze gisteren nog in alle deemoed.
Zo hadden wij het nog niet bekeken.