Het was een ware nachtmerrie in de gevangenis van de Antwerpse Begijnenstraat. Een gevangene werd 72 uur lang gefolterd, vernederd en verkracht door zijn medegevangenen, terwijl de cipiers niets doorhadden. Totdat de daders te ver gingen en hun hand overspeelden. Maar hoe kwamen deze gruwelijke feiten aan het licht? En wie is de beruchte spilfiguur Filip T.?
Het begon allemaal op een dinsdagavond, net voor 18 uur. Directrice An Janssens kreeg een anonieme tip over ongekende misstanden binnen de gevangenismuren. Ze ging onmiddellijk naar cel 1311, vergezeld door enkele cipiers. Daar troffen ze het slachtoffer, R.J., zwaar verminkt aan. Hij werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht terwijl de daders in het cachot werden geplaatst.
De daders hadden hun gruweldaden zelfs gefilmd met een smartphone en de beelden gedeeld op sociale media. Hierdoor werden de directrice en de cipiers gealarmeerd en grepen ze in.
De beelden tonen afschuwelijke taferelen, zoals het slachtoffer gedwongen wordt uitwerpselen te eten en verkracht wordt met een bezemsteel. De muren van de cel waren bedekt met lakens om het geluid te dempen, maar de gruwelijke kreten van het slachtoffer waren niet te negeren.
Na onderzoek blijkt dat de daders het gemunt hadden op R.J. vanwege zijn veroordeling in 2017 voor verkrachting en aanranding van minderjarigen. Filip T., een ervaren crimineel, speelde hierbij een hoofdrol.
Filip T. en zijn handlangers worden beschuldigd van poging tot moord, foltering en verkrachting. De andere celgenoten worden beschuldigd van schuldig verzuim. Alle vijf blijven ze voorlopig achter de tralies.
Gevangenen die met hun tengels aan minderjarigen hebben gezeten, krijgen het wel vaker hard te verduren, zo weten we van Werner, inmiddels cipier op rust. “Vroeger werden zedendelinquenten, en zeker wanneer hun feiten of vermeende feiten te maken hadden met minderjarigen, apart gehouden. Zij verbleven alleen op cel, kregen een aparte wandeling enzovoort.”
“Maar mettertijd werd de gevangenis meer en meer een opvangcentrum voor illegalen en op den duur is er gewoon geen plek meer om zo’n speciale kastaars apart te zetten. Tja, vroeg of laat moeten daar accidenten van komen natuurlijk.”
“Hij liep ineens keihard tegen de muur. Enfin, daar hoef ik geen tekeningetje bij te maken.”
“Kijk, als cipier heb ik ook weleens diepe walging gevoeld voor gevangenen. Als je te weten komt wat voor gruwelijke daden sommigen gedaan hebben, slachtoffers die voor de rest van hun leven, dat eigenlijk nog goed en wel moet beginnen, getekend zijn,… als cipier denk je dan ook soms van: ‘Die verdient een pakske slaag dat hij voor de rest van zijn leven niet meer vergeet’. Maar je doét dat natuurlijk niet.”
“Het is in mijn loopbaan als cipier maar ooit één keer gebeurd dat ik mij niet meer kon inhouden. Dat was ook zo’n varken dat aan een jong meisje had gezeten. Ik moest die gaan uithalen omdat zijn advocaat er was of zoiets, ik weet niet meer exact waarom. Hij was aan het jammeren dat het nog te vroeg was om uitgehaald te worden en die gast blééf maar sakkeren. Tot hij ineens per ongeluk keihard tegen de muur liep. Enfin, ik moet er geen tekening bij maken zeker.”
“Wat nu is gebeurd, is wel heel extreem. Maar het is niet meer de eerste keer, en het zal ook de laatste keer niet zijn, dat zo’n zedendelinquent hier of daar eens een oorveeg krijgt. Wat het meest extreme is wat tijdens mijn loopbaan als ‘chef’ is gebeurd? Dat was een oudere man. Ergens half in de zeventig. Hij werd ervan beschuldigd aan zijn kleindochter gezeten te hebben. Het was een beetje een timide, lieve man. Er waren geen problemen, omdat niemand wist waarom hij zat. Maar op een gegeven moment moet toch iemand erachter gekomen zijn. Tijdens de wandeling hadden ze zijn haar in de fik gestoken.”
“Maar zoals nu, een bezemsteel in zijn achterste, dat is ook wel heel symbolisch natuurlijk. Maar ook dat is al niet meer de eerste keer. Toen ik nog cipier was, heeft Black Magic er eens een in zijn achterwerk gekregen. Of ze wilden het doen, maar er kwamen net op tijd collega’s tussen, zo goed herinner ik het me niet meer. Hij zat toen voor de verkrachting van een minderjarig meisje. Het zal hem in ieder geval niet diep genoeg doorgedrongen zijn, als je leest wat die daarna nog allemaal uitgestoken heeft.”
Dat Dennis Burkas al eens nader kennismaakte met een bezemsteel in de gevangenis, dat wisten een tijdje geleden al van een andere bron. Dat incident staat nader omschreven in ‘Dennis Burkas’ (ge)lul – De oplichter, fantast en verkrachter Black Magic’, een boek dat momenteel nog gedrukt wordt maar je vanaf volgende week kunt bestellen.