Kennis van het Pfaff-Duits is wel een voorwaarde.
Duitsland kampt met een personeelstekort van meer dan 20.000 soldaten, en de Duitse minister van Defensie, Boris Pistorius (SPD), overweegt nu de toelating van niet-Duitsers in het leger. Momenteel telt het Duitse leger iets meer dan 180.000 militairen, terwijl de vooropgestelde doelstellingen voor Pistorius' ambtstermijn op 203.000 liggen.
Zowel de liberale FDP als het centrumrechtse CDU/CSU lijken bereid buitenlanders zonder Duits paspoort toe te laten om het streefdoel te bereiken. Pistorius moet echter nog enkele zaken verduidelijken, zoals mogelijke taalbarrières.
Europees denken
Marie-Agnes Strack-Zimmermann (FDP), voorzitter van de commissie Defensie in het Duitse parlement, pleit voor een "veel Europesere denkwijze" bij de werving. Johann Wadephul (CDU) sluit zich hierbij aan maar heeft nog vragen over de vereiste nationaliteit en taalbeheersing.
Origineel is het niet
Pistorius benadrukt dat Duitsland niet het eerste land zou zijn dat buitenlanders toelaat tot het leger. België, bijvoorbeeld, staat niet alleen militaire dienst toe voor mensen met de Belgische nationaliteit maar ook voor burgers van andere lidstaten van de Europese Economische Ruimte en Zwitserland.
Andere Europese landen hebben ook verschillende benaderingen. Denemarken laat EU-burgers toe in het leger als ze Deens spreken, Ierland verwelkomt buitenlanders na minstens vijf jaar verblijf, Spanje rekruteert uit voormalige kolonies, en Frankrijk heeft al bijna 200 jaar het Vreemdelingenlegioen, voornamelijk samengesteld uit buitenlandse strijdkrachten.