Groen wil het Vlaams Parlement drastisch hervormen.
De Vlaamse politiek is toe aan een grondige make-over. Ten minste, als het van Groen afhangt. Fractieleider Mieke Schauvliege gooit een ambitieus hervormingsplan op tafel dat de parlementaire cultuur moet moderniseren én humaniseren: gedaan met nachtelijke vergaderingen, parlementsleden moeten volledig belast worden op hun loon, en snoeien in de extra vergoedingen voor bijkomende functies. “Het machogedrag in de politiek moet stoppen.”
Adieu nachtwerk: “Politiek is geen marathon”
Mieke Schauvliege is het beu. “Beginnen aan een miljardendossier om drie uur ’s nachts? Dat is toch niet ernstig?” Ze verwijst naar recente begrotingsgesprekken die pas diep in de nacht beginnen. Voor Groen zijn dergelijke nachtelijke zittingen niet alleen inefficiënt, maar ook ronduit schadelijk. Het personeel draait overuren, taxi’s moeten ingezet worden om parlementsleden veilig thuis te brengen, en de kwaliteit van het debat lijdt onder slaapgebrek.
Volgens Schauvliege zijn de nachtelijke vergaderingen een overblijfsel van ouderwetse politieke spierballenretoriek. “Het is politiek machogedrag, en het is nergens voor nodig,” klinkt het. Groen wil meer dagen vergaderen, maar nooit na middernacht.Op die manier wil de partij de werking van het parlement strakker, professioneler en gezonder maken.
De rekening klopt niet: een normaal statuut voor parlementsleden
Naast de nachtelijke marathons wil Groen ook de financiële privileges van parlementsleden herzien. Momenteel cashen volksvertegenwoordigers een brutoloon van zo’n 9.300 euro per maand. Daarop worden belastingen en een pensioenbijdrage ingehouden, maar daarnaast ontvangen ze ook een onbelaste onkostenvergoeding van 2.600 euro. Die vrijstelling van belasting ligt bij Groen al langer onder vuur.
En dus komt de partij met het voorstel om het volledige loon te belasten, inclusief de onkostenvergoeding. Een maatregel die automatisch betekent dat parlementsleden netto minder overhouden, tenzij hun brutoloon wordt aangepast. Schauvliege maakt daarbij de vergelijking met de privésector: “Volksvertegenwoordigers mogen een deftig loon krijgen, maar dat moet in verhouding staan tot iemand met vergelijkbare verantwoordelijkheden in de privé.” Hoeveel dat concreet zou moeten zijn, laat Groen over aan arbeidsdeskundigen. Oftewel: het achterpoortje blijft op een kier.
Weg met de schaamteloos hoge uittredingsvergoedingen
Groen wil af van de riante uittredingsvergoedingen voor parlementariërs. Vandaag kunnen verkozenen rekenen op 24 maanden loon wanneer ze hun mandaat verliezen. Voor Groen is dat veel te veel: “Waarom zouden zij meer moeten krijgen dan een werknemer die ontslagen wordt in de privé?”
Extraatjes in het vizier
Nog een doorn in het oog van Groen zijn de eindeloze reeks vergoedingen die parlementsleden ontvangen voor bijkomende functies. Fractieleiders, commissievoorzitters en leden van het bureau krijgen aanzienlijke toeslagen bovenop hun reguliere salaris. Zo verdienen fractieleiders respectievelijk 26,6 procent meer loon én ontvangen ze een onkostenvergoeding die maar liefst 54 procent hoger ligt.
“Dat een fractieleider een extra medewerker krijgt, valt nog te verdedigen,” zegt Schauvliege. “Maar dat mag geen vrijgeleide zijn voor hogere vergoedingen.” Voor Groen is het simpel: de extra werkdruk kan worden opgevangen met een betere ondersteuning, zonder dat daar meer loon aan gekoppeld hoeft te zijn.
De Vlaamse meerderheidspartijen – N-VA, CD&V en Vooruit – beloven in hun regeerakkoord overigens ook om deze vergoedingen te hervormen. Maar het is een publiek geheim dat beloftes waarmaken en politiek bedrijven doorgaans niet compatibel is.
Symbolisch of revolutionair?
De vraag is of Groen erin slaagt om deze plannen door te drukken. Vanuit de oppositie is dat geen evidente opdracht. Dat neemt niet weg dat Schauvliege optimistisch blijft: “Dit is geen rocket science. Wij willen het parlement alleen maar efficiënter en transparanter maken.” Vergelijkbare hervormingen die Groen op federaal niveau probeerde door te voeren, botsten keer op keer op een muur van conservatief pragmatisme.
We vragen ons af of de voorgestelde maatregelen niet eerder symbolisch zijn. Het schrappen van nachtelijke vergaderingen en het belasten van onkostenvergoedingen klinkt heroïsch, maar wat betekent dat in de praktijk? Misschien raken deze voorstellen enkel de oppervlakte van een veel dieper liggend probleem: de kloof tussen politiek en burger.
(Foto: Philip Reynaers/Photo News)