Heel wat jongeren willen sporten, maar in heel wat sporttakken lopen de wachtlijsten op. Het vinden van jeugdtrainers die zich willen engageren blijkt steeds moeilijker. Duizenden sportclubs kampen met een gebrek aan trainers en andere vrijwilligers.
Het is een landelijk fenomeen, heel wat jongeren willen wel sporten, maar staan op een wachtlijst. Dit komt zowel in voetbal, volleybal, tennis, zwemmen, hockey en andere sporten voor. De Vlaamse jeugdsport kreunt onder het gebrek aan trainers die zich twee of drie avonden in de week en in het weekend willen engageren.
Wachtlijsten bij sportclubs
Uit een bevraging van de Standaard blijkt dat 90 procent van de Vlaamse gymnastiekclubs een gebrek aan trainers heeft. Bij atletiek is dit 80 procent en bij tennisclubs 40 procent. Bij voetbalclubs gaat het om zowat 35 procent van de clubs. Ook bij basketbalclubs staan er zowat 3.000 kinderen op een wachtlijst. Het vinden van trainers is een probleem, maar vaak is er ook simpelweg te weinig infrastructuur beschikbaar.
Gebrek aan langdurig engagement
Vlaanderen telt vandaag ongeveer 73.000 trainers. Het aantal sportclubs stijgt jaarlijks. Om toch nog de nodige kwalitatieve ondersteuning te bieden, beperken heel wat sportclubs de instroom van nieuwe leden. Het verloop van trainers bij sportclubs is hoog. Heel wat trainers hebben moeite om hun engagement vol te houden. Voor vrijwilligers geldt hetzelfde. De cultuur is duidelijk gewijzigd. Mensen willen nog wel inspringen om te helpen, maar zich volledig engageren is er veel minder bij. We hebben meerdere levens en steeds een gebrek aan tijd.
De tijd dat mensen zich nog voor een appel en een ei als trainer of vrijwilliger willen inzetten, ligt ook achter ons. Zowat 90 procent van de trainers krijgt een kleine vrijwilligersvergoeding of wordt zelfs helemaal niet vergoed. De inspanningen zijn echter best groot. De sportclubs zijn vragende partij voor een statuut op maat.