Protest na bekentenis over de crash van passagiersvliegtuig.
In Teheran ontstonden er op verschillende plaatsen in de stad spontane protestbetogingen, toen bekend werd dat Iran achter de vliegtuigcrash zat. Bij die crash kwamen 176 mensen om het leven kwamen, onder wie 82 Iraniërs.
De protesten vonden plaats bij verschillende universiteiten in de stad Teheran. Het vermoeden bestaat dan ook dat de tegenwind vanuit intellectuele hoek komt. De betogers eisten het ontslag de hoogste geestelijke leider van Iran, Ali Khamenei. Ze zijn de leugens van het regime beu. “Jullie kennen geen schaamte”, scandeerden ze. Er werden zelfs foto’s verscheurd van Soleimani.
Niet iedereen wordt dus opgezweept door het nationalisme dat van hogerhand wordt aangewakkerd. Het Iraanse regime, dat alsmaar blijft beweren dat het de Amerikanen zijn die het vuur aan de lont steken, komt er deze keer niet mee weg. Iran kon de harde bewijzen niet langer negeren en moest toegeven dat ze zelf het vliegtuig uit de lucht hadden geschoten. Daarmee komt er voor het eerst een deuk in hun alwetende almacht.
Het valt nog af te wachten of het protest zal aanslaan bij andere lagen van de bevolking. Men spreekt momenteel over duizend betogers, sommigen hebben het over duizenden.
Trump begon onmiddelijk te twitteren en deed dit meteen ook in het Perzisch. “Aan de dappere, lijdende bevolking van Iran: ik sta aan jullie kant sinds het begin van mijn presidentschap en mijn regering zal jullie blijven bijstaan. We volgen jullie protesten op de voet en zijn geïnspireerd door jullie moed.”
To the brave, long-suffering people of Iran: I've stood with you since the beginning of my Presidency, and my Administration will continue to stand with you. We are following your protests closely, and are inspired by your courage.
— Donald J. Trump (@realDonaldTrump) 11 januari 2020
به مردم شجاع و رنج کشیده ایران: من از ابتدای دوره ریاست جمهوریم با شما ایستادهام و دولت من همچنان با شما خواهد ایستاد. ما اعتراضات شما را از نزدیک دنبال می کنیم. شجاعت شما الهام بخش است.
— Donald J. Trump (@realDonaldTrump) 11 januari 2020