Dit weekend gaat Hongarije naar de stembus. Zes Hongaarse oppositiepartijen hebben de handen ineengeslagen. Péter Márki-Zay, een conservatieve burgemeester uit een provinciestad, is gekozen tot oppositieleider. Hij moet premier Viktor Orbán van de troon stoten.
Opvallend: liefst 32 Jong VLD'ers zullen er de komende dagen de campagne van die oppositie ondersteunen. Op de markten. In gesprekken met lokale burgemeesters. Op campagne met (Europese) parlementsleden. En vooral: met de mensen op straat. Ze willen vooral niet dat Orbán wint. Dat schreef de voorzitter van Jong VLD in Knack.
Maar campagne voeren gaat moeilijk. Volgens Márki-Zay houdt het Orbán-kamp hem weg uit de media. De verenigde oppositie krijgt volgens hem (te) weinig aandacht op de Hongaarse staatstelevisie. "We kregen vijf minuten om de waarheid te vertellen, woensdag om 8 uur 's ochtends. Vijf minuten! En daarna was Orbán terug met zijn leugens", beweert Márki-Zay.
Oekraïne dreigt uiteraard ook de Hongaarse verkiezingen van 3 april te domineren. Wordt ‘Poetin-trekpop’ Orbán weer premier? Poetin verklaarde onlangs dat niet alle Europese landen tegen Rusland zijn. Hij dacht allicht aan Orbán.
EW Magazine: “Hongarije is, samen met Polen, het stoutste jongetje van de Europese Unie. In de EU heeft het land een grote mond, het toont dedain voor Europese waarden, heeft een corrupte regering en dan ook nog eens uitstekende banden met Moskou. Het gezicht van al deze ondeugden: de 58-jarige Viktor Orbán. De man die hoopt op 3 april voor de vijfde keer tot premier te worden herkozen, liefst opnieuw met een tweederde meerderheid. Orbán was al premier van 1998 tot 2002, en sinds 2010 opnieuw.”
“De verkiezingen zijn belangrijk voor de EU. Als Orbán verliest, en Hongarije weer in het Brusselse gareel gaat lopen, zijn de Polen hun maatje kwijt en staan ze alleen. Maar of de verkiezingen uitmonden in een thriller, is de vraag. De oppositie krijgt meer hoop, nu de oorlog in Oekraïne en de goede band van Orbán met de baarlijke duivel Poetin een thema zijn geworden. Maar met hoop win je de verkiezingen niet. Wel met sluwe trucs en een beroep op stabiliteit. En daarin is Orbáns Fidesz-partij heer en meester.”