De 29-jarige fotografe Elke Van den Ende vertelt in een Facebookpost hoe ze onlangs op de trein door een onbekende man aangestaard werd terwijl hij zichzelf aan het betasten was.
De Brusselse fotografe filmde het voorval om achteraf duidelijk te kunnen maken dat dergelijke degoutante zaken wel degelijk gebeuren. Een ontzettend moedige beslissing van de vrouw, die dit soort ranzigheden kotsbeu is. “Ik deel dit omdat ik mij wil afreageren. Omdat ik iets heb meegemaakt dat mij geraakt heeft en het delen dat minder erg maakt. Omdat ik sympathie wil zonder honderd keer mijn verhaal te moeten doen – de beelden spreken voor zich. Omdat ik erkenning wil voor dit soort shit, dat voor sommigen misschien zeldzaam en exotisch is maar voor mij en vele anderen een veel te dagelijkse realiteit. Omdat sommige mannen nog altijd denken dat #metoo een hoop aanstellerij is”, zo klinkt het. Hieronder haar volledige Facebookbericht.
Het is 18 jaar geleden sinds ik voor het eerst door een volslagen vreemde werd lastiggevallen op straat. 11 jaar was ik toen
. Een paar maanden geleden heb ik het mijzelf bijzonder kwalijk genomen dat ik niet naar de politie gestapt ben, en ik dacht: deze keer verdorie niet
Wanneer we terugkeren naar de bewuste plaats, is de man vertrokken.
Oorspronkelijk heb ik bij dit filmpje enkel "Dat was dan weer een fijne treinreis." geschreven. Omdat mijn uitleg over het wat en waarom uit de commentaren hieronder verdwenen is, post ik hem hier nog eens, licht aangepast. Misschien kan dit het onderwerp meer tastbaar of bespreekbaar te maken.
-----
Een beschrijving van de situatie. De trein komt toe in Gent-Sint-Pieters, ik stap op, ga zitten. Een man neemt plaats schuin tegenover mij en begint naar mij te staren met een blik die ik heel goed ken. Die veel vrouwen goed kennen. Te langdurig, te nadrukkelijk, een venijnig randje. Ik doe wat ik lang geleden braaf heb geleerd: zijn blik vakkundig negeren. Ik post iets op Instagram, stuur een bericht over grappige gespreksflarden die ik eerder opving. In mijn ooghoek zie ik beweging en plots dringt het tot mij door dat de viezeblikkenwerper vlijtig aan het masturberen is. Geloof het of niet, het filmpje capteert hem op een onkarakteristiek kalm moment.
Het is 18 jaar geleden sinds ik voor het eerst door een volslagen vreemde werd lastiggevallen op straat. 11 jaar was ik toen. Er is sindsdien geen jaar voorbijgegaan zonder een of ander gelijkaardig voorval. Opmerkingen, achtervolgen, aanraken. Ik kan moeilijk verwoorden hoe ontzettend om-te-kotsen-beu ik het ben. Hoeveel boosheid ik daarover geaccumuleerd heb. Veel te vaak heb ik niets gezegd of incidenten geminimaliseerd. Mijn initiële gedachtegang bij soort voorvallen is een variatie op het volgende: ‘ik beeld het mij waarschijnlijk in’ / ‘heb ik het wel goed gezien of gehoord’ / ‘het is misschien toch niet zo erg’ / ‘ik ga mij niet aanstellen’ / ‘als ik nu reageer creëer ik een scène’ / ‘gewoon negeren’. Een paar maanden geleden heb ik het mijzelf bijzonder kwalijk genomen dat ik niet naar de politie gestapt ben, en ik dacht: deze keer verdorie niet. Ik neem me voor om de treinbegeleiders op de hoogte te brengen, maar besluit om zijn vertier eerst te filmen als bewijs. Voor hen én voor mijzelf. Om te anticiperen op het onvermijdelijke in vraag stellen van wat ik gezien heb. (Als ik iets geleerd heb is het dit: luister naar vrouwen wanneer ze vertellen over de seksuele intimidatie die ze hebben meegemaakt. Ze hebben de gebeurtenissen al honderd keer geminimaliseerd nog voor ze ermee naar buiten treden.) Aangezien ik net nog op mijn gsm aan het tokkelen was, heb ik die op de goede hoogte om onopvallend te filmen. Ik overweeg nog even om de confrontatie aan te gaan - om recht voor hem te gaan staan en zijn gezicht mee te filmen, maar besluit om dat toch maar niet te doen uit angst voor een agressieve reactie.
Daarna sta ik recht en loop ik enkele wagons door op zoek naar de treinbegeleiders. Petje af voor die mensen hun reactietijd en inlevingsvermogen. Ze drukken me onmiddellijk op het hart dat ik niet overdrijf en hen al zeker niet stoor. Wanneer we terugkeren naar de bewuste plaats, is de man vertrokken. Ze vragen mij om een beschrijving, maar ik weet al niet meer zeker wat hij aanhad. Het is best moeilijk om iemand te beschrijven wanneer je heel hard je best hebt gedaan om níet naar hem te kijken. Het filmpje kwam dus meteen van pas om te zien naar wat voor kleren ze moesten zoeken. Nadien zoek ik toevlucht bij een kennis die ik onderweg passeerde. In Brussel Zuid biedt hij galant aan om me naar huis te brengen, maar ik denk: ‘Nee, zo erg was het niet’ en druk hem op het hart dat ik veilig thuis geraak. Wanneer hij afstapt, heb ik al een beetje spijt. Wat als de treinbegeleiders die mens niet gevonden hebben? Of erger, wat als ze hem wel gevonden hebben en hij nadien mij terug komt opzoeken? Waartoe is zo iemand nog in staat? Ik bel naar Noush om mijn zenuwen te sussen, en met de telefoon aan het oor en met een arendsblik op iedere man die een jeansbroek draagt haast ik mij Brussel Centraal uit. In de buitenlucht word ik hoe langer hoe bozer en ik loop trillend en wenend van woede naar huis. Onderweg deel ik het filmpje omdat ik te lang te veel gezwegen heb en daar geen zin meer in heb. Niet om te disciplineren of iemand aan de schandpaal te nagelen. Omdat ik mij wil afreageren. Omdat ik iets heb meegemaakt dat mij geraakt heeft en het delen dat minder erg maakt. Omdat ik sympathie wil zonder honderd keer mijn verhaal te moeten doen – de beelden spreken voor zich. Omdat ik erkenning wil voor dit soort shit, dat voor sommigen misschien zeldzaam en exotisch is maar voor mij en vele anderen een veel te dagelijkse realiteit. Omdat sommige mannen nog altijd denken dat #metoo een hoop aanstellerij is. En misschien omdat ik jullie allemaal ook oncomfortabel wil maken want gedeelde smart is halve smart (sorry allemaal).
De vraag voor mij is niet zozeer waarom ik dit nu gefilmd en gedeeld heb, maar eerder: waarom heb ik dat eigenlijk nooit eerder gedaan? Waarom heb ik toen ik jong was nooit gepraat over de mannen die me hardnekkig achtervolgden? Nooit iets gezegd over de mannen die me ongewild aanraakten? Waarom duurde het tot ik ruim in de twintig was vooraleer ik begon te beseffen dat het niet normaal is dat ik strategieën uitwerk om mij te verweren tegen ongewenste aandacht? Waarom ben ik een half jaar geleden niet naar de politie gestapt toen een wildvreemde me minutenlang betastte op de bus en ik zo aangeslagen was dat ik de dagen nadien amper aanrakingen verdroeg?
----
Mijn excuses aan wie bij het zijn van dit filmpje ongemakkelijk werd (beeld je in hoe ongemakkelijk het was om daar te zitten), in de eerste plaats voor wie eerder zoiets (of erger) meemaakte. Dit online plaatsen was een impulsbeslissing. Verwijderen ga ik niet doen. Ik wil niet dat mijn gêne het wint van mijn verontwaardiging.
Voor wie nooit eerder iets dergelijks moest meemaken of observeren als omstaander, man of vrouw: daar ben ik blij om. Ik hoop oprecht dat dat zo blijft. Luister alsjeblieft naar wie er wel mee geconfronteerd werd en minimaliseer die ervaringen niet. Er zit geen eer in slachtoffer zijn van seksuele intimidatie. Het is geen badge die met trots gedragen wordt.
Voor wie eerder in gelijkaardige situaties zat: kak, echt waar. Ik hoop dat het nooit meer gebeurt. Verwijt jezelf niets over je eigen gedrag of (gebrek aan) reactie. Ingrijpen is verdomd moeilijk. We hebben nooit een taal geleerd om ons te verweren. En zelfs als we die zouden hebben: de verantwoordelijkheid ligt altijd bij de daders. Misschien zal ik bij een eventuele volgende keer gepast kunnen reageren, maar als dat niet zo is, ga ik mezelf dat niet kwalijk nemen.
Bedankt voor jullie lieve en bezorgde reacties, de verontwaardiging, de troostkoffie, de verhalen, de harten onder de riem.