Het in korte tijd razend populair geworden crompouce-gebakje wordt inzet van een reeks rechtszaken. De Utrechtse bakker die deze kruising tussen een tompouce en een croissant als eerste op de markt bracht, gaat navolgers voor de rechter slepen.
Ulrika Menig, eigenaar van Bammetje Bakery, beweert de crompouce in 2020 tijdens de coronalockdown te hebben bedacht. Toen klanten in haar Utrechtse bakkerij naar het roze gebakje bleven vragen, besloot ze de merknaam en het product te laten registreren. In 2021 kwam ze met een oranje versie op Koningsdag. Menig schrijft op Instagram: “Ik voelde me door de massale positieve reacties via allerlei media gesterkt en wist dat dit product dat ik ontwikkeld had, een blijvertje was.”
Dit jaar groeide de crompouce uit tot een rage, vooral dankzij massale aandacht op sociale media. Bakkers in heel Nederland gingen met het product aan de haal. Zelfs Albert Heijn en Jumbo kwamen met een eigen versie.
Tot ergernis van Menig, die een advocaat inschakelde. Het product en de merknaam van de crompouce mogen nu niet meer zonder toestemming worden gebruikt. Volgens Menig zal “zeer hard opgetreden worden” tegen inbreuk. De advocaten van Menig hebben al tientallen bakkers aangeschreven, waaronder verschillende ketens en de twee supermarkten. Ambachtelijke bakkers mogen voortaan alleen in licentie het product verkopen, anderen worden gesommeerd de verkoop te staken.
Hoe nieuw de crompouce echt is, blijft onderwerp van discussie. Een bakker in Meliskerke zegt het product al dertig jaar te verkopen.