“Alleen nog premies die dienen voor renovaties die een effect hebben op het klimaat. Wie zijn keuken verbouwt of een nieuwe wc installeert, zou daarvoor geen premie meer krijgen.”
Minister van Wonen Melissa Depraetere (Vooruit) en Minister van Financiën Ben Weyts (N-VA) staan al een maand lijnrecht tegenover elkaar in een verbeten gevecht over de hervorming van de renovatiepremies. Depraetere wil dat de centen vooral naar de laagste inkomens vloeien, terwijl Weyts zich als de beschermer van de middenklasse profileert. De discussie is nog lang niet beslecht, en de temperatuur in de Wetstraat stijgt met de dag.
Van Europese geldpot naar Vlaamse portefeuille
Tot nu toe werden de renovatiepremies gul gespekt met Europees relancegeld, maar vanaf 2026 moet de Vlaamse regering zelf de portemonnee opentrekken. Besparen is het mantra, en dus moest Depraetere aan de slag met de rekenmachine. Haar oplossing? De hoogste inkomens wat minder geven, en de laagste inkomens wat meer. Dat klinkt logisch, maar niet voor de N-VA. Die partij vreest dat de middenklasse opnieuw de dupe wordt en ziet het oude systeem liever minder drastisch hervormd.
Cijfers om van te duizelen
Onder het nieuwe plan krijgen de laagste inkomenscategorieën tot 50 procent van hun verbouwingskosten terugbetaald, terwijl de hoogste inkomens nog maar 20 procent zouden kunnen recupereren. Ter vergelijking: in het oude systeem kon dat nog oplopen tot 40 procent. Weyts noemt de maatregel een slag in het gezicht van de Vlaamse huiseigenaar. “Renovaties kosten snel tienduizenden euro’s. Ook wie goed verdient, kan dat niet zomaar ophoesten,” klinkt het. “Bovendien betalen die mensen al de meeste belastingen, maar krijgen ze bij elk voordeel van de overheid te horen dat ze ‘te veel verdienen’.”
Socialisten: “Wie geld heeft, renoveert toch wel”
Bij Vooruit zien ze het anders. Zij wijzen naar een Europese studie waaruit blijkt dat 65 procent van de renovatiesteun op dit moment naar mensen gaat die ook zonder subsidies zouden verbouwen. “Het is toch logisch dat je het geld geeft aan wie het écht nodig heeft? Anders blijven zij achter in tochtige woningen met torenhoge energiefacturen,” klinkt het bij het kabinet-Depraetere. De socialisten vinden het dan ook lachwekkend dat net Weyts zich hier als verdediger van de begroting opstelt. “De N-VA heeft altijd de mond vol over besparen, maar zodra het hun kiespubliek raakt, trekken ze hun staart in.”
CD&V: de weegschaal tussen links en rechts
CD&V, de derde coalitiepartner, stond in dit dossier aanvankelijk aan de kant van de N-VA en wilde de middenklasse extra beschermen. Maar volgens insiders heeft Depraetere hen intussen weten te sussen door enkele aanpassingen te doen aan haar voorstel. Vooral Weyts zou de grootste stoorzender zijn. “Het is alsof hij op elke slak zout legt om de hervorming te vertragen,” klinkt het uit CD&V-kringen.
Een verdacht lek en een gevoelige snaar
De vlam sloeg helemaal in de pan toen bleek dat het kabinet-Depraetere iets té enthousiast naar de pers had gecommuniceerd. Nog voor de regering een akkoord had, circuleerde er al een document met gevoelige passages. Een van de heikele punten? Het ‘verruimd inkomensbegrip’, waarin niet alleen lonen, maar ook dividenden en meerwaarden zouden meetellen bij de toekenning van premies. Dat rook voor de N-VA verdacht veel naar een vermogenskadaster, en daar is de partij – zacht uitgedrukt – geen fan van. Op vraag van Weyts werd die passage geschrapt, maar of het plan helemaal van tafel is? Dat blijft nog koffiedik kijken.
Tijdsdruk tikt genadeloos
Vlaams minister-president Matthias Diependaele (N-VA) probeert nu als brandjesblusser de brokken te lijmen. Er zit immers tijdsdruk achter: op 1 juli moeten de nieuwe regels ingaan. Als de regering er niet uitkomt, dreigt een begrotingsgat dat nog groter is dan de kloof tussen Depraetere en Weyts.
(Foto: montage PD/Philip Reynaers / Photonews)
