“Het zijn zotten die werken.”
Het is niet de eerste keer dat Groen met een oprecht - doch naïef - gevoel van rechtvaardigheid met voorstellen komt om van de wereld een betere plek te maken, met omgekeerd resultaat. De kemels van Tinne Van der Straeten behoren ondertussen tot het collectieve geheugen. Maar dat ook haar collega Petra De Sutter de bocht zou uitgaan, hadden we niet meteen verwacht.
Michael Freilich van N-VA zette De Sutter met de billen bloot - figuurlijk- in het parlementaire halfrond. “Schrijnend hoe minister Petra De Sutter haar eigen wetsontwerp niet kent”, schrijft Frielich op Twitter. “Opnieuw allerlei Vivaldi voordelen voor PS-kiespubliek van leefloners en mensen met tegemoetkoming... nu ook sociaal internet en TV. Gezinnen met laag inkomen vallen wederom uit de boot.”
De Sutter wil vanaf maart 2024 alle telecombedrijven verplichten om een sociaal tarief aan te bieden aan zo’n half miljoen huishoudens. Een nobel idee, doch Freilich wijst De Sutter erop dat de ‘working poor’ – zij die werken voor een laag loon - uit de boot vallen en zij die profiteren van onze sociale zekerheid - en niet werken - nog maar eens worden beloond.
“De voorwaarde om in aanmerking te komen, hangt niet af van je inkomen, maar van het statuut dat je hebt", aldus Freilich. Wanneer hij dat voorlegt aan De Sutter, ontkent ze. Jammer, maar helaas wordt ze door Freilich op haar plaatst gezet en blijkt dat Petra in haar eigen wetsvoorstel de punten en de komma’s niet weet te vinden.
Freilich geeft een voorbeeld: “Iemand die 1.700 euro verdient, kan fluiten naar zijn sociale premie voor het internet. Als die persoon echter morgen zijn job opgeeft en een leefloon vraagt, en vervolgens 1673 euro krijgt, dan is het kassa-kassa. Dan krijgt hij allerhande premies: gas, elektriciteit en nu telecom.”
Punt gemaakt. De Sutter zat erbij en keek ernaar.
Noot van de redactie: een leefloon kan inderdaad 1.673,65 euro bedragen, maar dat geldt enkel voor iemand met een gezinslast. Voor een samenwonende persoon bedraagt dit 825,61 euro, voor een alleenstaande 1.238,65 euro.
