Omdat het kan, omdat het mag, en omdat het mode is.
Ooit was Porsche een automerk dat enkel sportwagens maakte. Tot ze rond de millenniumwisseling dachten: ‘als we nu eens mee op de SUV-trein springen, dan gaan onze verkoopaantallen toch naar boven?’ Het chassis van de Volkswagen Touareg, dat ineengeknutseld wordt in de Skodafabroek in Bratislava, kon hiervoor als basis dienen. En voilà: in 2002 verscheen de Porsche Cayenne op het toneel. In 2011 kreeg die ook nog een klein broertje: de Porsche Macan.
Er was echter nog een variant die Porsche nog niet had: de SUV-coupé. Nog niet hàd, want hier is nu de Porsche Cayenne Coupé. Een soort van plat gemepte Cayenne dus, al vinden we het resultaat best wel geslaagd.
Onderhuids is deze nieuwe Cayenne volgens Porsche een Lamborghini Urus. Die op zijn beurt eigenlijk een Volkswagen Touareg is, maar dan met een sportiever afgesteld onderstel.
De goedkoopste Porsche Cayenne Coupé heeft drieliter V6 onder de kap, die 340 paarden produceert. Die knalt in exact zes seconden van 0 naar 100 km/u.
Dan is er de Turbo: die heeft een liter meer longinhoud en twee cilinders meer. En ook wat meer power natuurlijk: 550pk en 770Nm. Die doet de sprint van 0 naar 100 km/u in 3,9 seconden.
Door de lagere daklijn is er – uiteraard – minder ruimte binnenin. Om ervoor te zorgen dat lange mensen niet met hun kruin tegen het plafond aan schuren, hebben ze de stoelen drie centimeter lager gemaakt. De kofferruimte is 155 liter kleiner dan die van de ‘gewone’ Cayenne.
Less is more in autoland, en ook bij Porsche. De instapper van de Cayenne Coupé kost 10.000 euro meer dan die van de Cayenne, en komt op 87.000 euro. De V8 Turbo kan vanaf 151.000 euro de jouwe zijn – wat 8.000 euro meer is ten opzichte van de gewone Cayenne.
Maar wat ons betreft, oogt de Cayenne Coupé wel stukken beter dan de Cayenne. Misschien had de Cayenne er gewoon altijd zo moeten uitzien...