Nieuwe belastingen voor woningen in de pijplijn.
De aanstaande federale regering, onder leiding van Bart De Wever (N-VA) zoekt geld en denkt die - onder andere - te vinden bij de vastgoedverhuurders. In de beruchte ‘supernota’ is een opmerkelijke passage verschenen die erop wijst dat nieuwe belastingen voor woningen in de pijplijn zitten. Terwijl de precieze details nog mistig zijn, lijkt de impact op Belgen die vastgoed verhuren aanzienlijk te zijn. Doch, het wordt helemaal surrealisme op z’n Belgisch als blijkt dat een specifieke groep zelfs zal kunnen profiteren van deze hervormingen.
De dreigende belastingverhogingen
In eerdere versies van De Wevers nota werd slechts gesproken over hogere belastingen vanaf de derde woning, maar recente ontwikkelingen wijzen erop dat deze beperking is geschrapt. Dat betekent dat niet alleen bezitters van meerdere woningen, maar ook verhuurders van één of twee appartementen zich kunnen verwachten aan zwaardere belastingdruk. Met recente berekeningen van BNP Paribas in het achterhoofd, wordt geschat dat meer dan 600.000 Belgen met deze veranderingen geconfronteerd zullen worden.
Tweesnijdend zwaard voor verhuurders
De Wever houdt zijn lippen stijf op elkaar; belastingverhoging is een gevoelig onderwerp. De partijen lijken het nog niet eens te zijn over de exacte details, maar Vooruit en CD&V hebben al duidelijk gemaakt dat zij willen ingrijpen op het vlak van huurinkomsten. CD&V, onder leiding van Vincent Van Peteghem, stelt zelfs een belastingtarief van 25 procent voor op alle huurinkomsten. Dit is een forse verhoging ten opzichte van het huidige systeem, waar verhuurders slechts een tarief betalen op basis van het kadastraal inkomen. Voor een huis met een kadastraal inkomen van 500 euro dat verhuurd wordt aan 900 euro per maand bedraagt de belasting momenteel zo'n 760 euro per jaar. Dat komt neer op een belastingvoet van 7 procent op de bruto huurinkomsten. Dat zou in de toekomst dus stijgen naar 25 procent.
Voorwaarden om de pijn te verzachten
De christendemocraten zijn zich bewust van de mogelijke woede die deze maatregelen kunnen oproepen en koppelen daarom - op tjevenwijze - een aantal verzachtende voorwaarden aan hun voorstel. Dit houdt in dat verhuurders een forfaitaire onkostenaftrek van 30 procent mogen toepassen, evenals een vrijstelling voor de eerste schijf van 6.000 euro aan huurinkomsten. Dit kan voor sommige verhuurders betekenen dat hun belastingdruk daadwerkelijk daalt, maar de grotere ‘multi-eigenaars’ met meerdere appartementen zullen ongetwijfeld een aanzienlijke verhoging van hun belastinglasten ervaren.
Addertje onder het gras
Toch is er een addertje onder het gras. Als de vrijgestelde schijf van 6.000 euro wordt uitgebreid met andere inkomsten, zoals die van spaarboekjes of aandelen, dan kunnen de belastingverhogingen alsnog stevig doorwegen, vooral voor de kleinere verhuurders. Een omgekeerd Belgisch achterpoortje, zeg maar.
De sossen willen nog een stapje verder gaan
De socialisten zijn voorstander van het belasten van huurinkomsten aan een zogenaamd ‘marginaal tarief’. Er zou wellicht ook een aftrek voorzien worden voor kosten, zoals dat het geval is bij winkelpanden. Maar zelfs als je die in rekening brengt, spreken we over belastingen die vlot maal twee gaan. En in sommige gevallen - als je bijvoorbeeld drie woningen verhuurt - zelfs maal vier.
Tegenstand en toekomstperspectieven
Het is echter de vraag of deze plannen daadwerkelijk gerealiseerd zullen worden. CD&V en Vooruit mogen zich dan wel duidelijk uitspreken voor extra belastingen op huurinkomsten, bij N-VA en MR zijn extra belastingen principieel taboe. N-VA lijkt bereid om hogere belastingen op huurinkomsten te overwegen, mits ze in ruil daarvoor de belastingen op arbeid kunnen verlagen.