“Ik heb fouten gemaakt, maar ik ben geen moordenaar, geen doder.”
Na tien maanden viel gisteren definitief het doek over ‘het proces van de eeuw’. De eeuw is uiteraard nog jong, maar de aanslagen in Parijs hadden wereldwijd grote gevolgen. Het leger werd een onderdeel van het straatbeeld. Het Westen was bang voor radicale gekken die in naam van hun god de wereld een lesje wilde leren.
Om 20u11 begon Jean Louis Périès – de voorzitter van het assisenhof in Parijs - met het voorlezen van zijn 120 pagina’s lange vonnis. Een moment met grote symbolische waarde. Bij de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs stierven 130 mensen en raakten 350 anderen gewond. Nog honderden mensen liepen zware psychologische trauma’s op.
Salah Abdeslam is de enige van de tien terroristen die deelnam aan de aanslagen die het overleefde. Hij krijgt levenslang, zonder de kans om vrij te komen. De allerzwaarste straf die iemand in Frankrijk kan krijgen. Sinds de invoering in 1994 is de straf nog maar vier keer uitgesproken.
Veertien van de twintig terroristen die terechtstonden waren fysiek aanwezig in de assisenzaal. Van zes anderen – onder wie Oussama Atar, het vermoedelijke brein achter de aanslagen – vermoedt men dat ze de voorbije jaren gestorven zijn in hun geliefde Syrië. Naast Abdeslam kregen nog vijf andere beschuldigden levenslang zonder de kans ooit nog vrij te komen, maar het gaat telkens om doodgewaande terroristen.
Mohamed Abrini, de man met het hoedje, en Osama Krayem – de overlevende terrorist van de aanslag op de luchthaven van Zaventem – werden veroordeeld als leden van een terroristische organisatie.
Volgens Abdeslam begaat het hof een vergissing. “Ik heb fouten gemaakt, maar ik ben geen moordenaar, geen doder”, zei hij. Hij blijft volhouden dat hij die fatale 13de november 2015 op het laatste moment besloot zich niet op te blazen. Maar het hof gelooft hem niet. Hij krijgt nu een Frans ‘hotel’ aangeboden tot hij het loodje legt.