Interessante reportage gisteren van Simon Reeve in Zuid-Amerika op VRT. Hij was ondermeer in Peru, ondertussen de grootste producent en exporteur van cocaïne volgens sommigen. De verklaring: in Colombia wordt gejaagd op producenten, in Peru niet of amper. In Peru is de teelt van coca ook nog eens legaal.
Kristian Vanderwaeren, baas van de Belgische douane, onlangs in Humo. “Drugskartels zijn niet zomaar groepjes bandieten, het zijn goed georganiseerde multinationals. Ze zijn flexibel en inventief, ze hebben ingenieurs en wetenschappers in dienst. Dankzij genetische manipulatie hebben die ervoor gezorgd dat er niet meer één maar víér keer per jaar coca kan worden geoogst. Daarnaast heb je nog de productie in Peru en Bolivië: die is veel kleiner, maar de cocavelden liggen er in het moeilijk toegankelijke Andesgebergte, waardoor controle amper mogelijk is. De productie stijgt dan ook gestaag.”
De Italiaanse onderzoeksjournalist Giulio Rubino iets eerder: “De cocaïne wordt verscheept vanuit Colombia, Peru en Bolivia. Het grootste deel van de Boliviaanse drugs wordt in Brazilië verhandeld. De Colombiaanse en Peruviaanse coke gaat via verschillende Zuid-Amerikaanse havens naar Europa. Soms wordt de vracht eerst omgeleid naar West-Afrika, als de handelaar daar goede contacten heeft: schepen uit Ivoorkust of Gambia worden minder vaak gecontroleerd”
“De drugs komen Europa binnen via de havens van Antwerpen, Rotterdam en in mindere mate Hamburg. Soms gebruikt de 'ndrangheta de haven van Gioia Tauro in Calabrië, die bijna volledig met hun geld tot containerterminal is omgebouwd. De maffia leeft er in huizen met balkons die uitkijken over de haven.”
In 2019 begon Reeve aan de grootste reis uit zijn carrière: Amerika doorkruisen van noord tot zuid. Nadat hij in een eerste reeks al tot in Centraal-Amerika was gereisd, hervat hij zijn tocht nu vanuit Venezuela.
Knack: “Verwacht je in deze vijfdelige reeks niet aan een klassiek toeristisch programma. Liever onderzoekt Reeve welke impact de veranderende wereld heeft op de lokale bevolking. Zo ontmoet hij kleine stammen die hun thuis zien verdwijnen in de Amazone en bezoekt hij een illegale goudmijn waar vrouwen gedwongen worden om goud te delven in ijskoude omstandigheden. (red: ze pletten stenen op de bergwand) Onderweg ontdekt Reeve ook zijn eigen grenzen: na een inval in een drugslab in de Peruaanse jungle moet hij zijn reis staken door een mysterieuze ziekte. De sepsis wordt hem bijna fataal.”