Het Libische staatsinvesteringsfonds LIA heeft een strafrechtadvocaat aangesteld bij de lancering van een arbitrageclaim, in een steeds bitterder wordend investeringsgeschil met België waarbij prins Laurent rechtstreeks betrokken is.
Het Libische investeringsfonds is meer bepaald een arbitrageprocedure gestart tegen België over bevroren tegoeden. De claim, die eind vorig jaar al werd ingediend bij de afdeling van de Wereldbank, het International Centre for Settlement of Investment Disputes (ICSID), beroept zich op het bilaterale investeringsverdrag (BIT) van 2004 tussen Libië en België en Luxemburg als basis voor toestemming tot arbitrage.
De wortels van het ingewikkelde geschil gaan terug tot een contract uit 2008 tussen Global Sustainable Development Trust (GSDT) - een non-profitorganisatie geleid door prins Laurent, de broer van de huidige Belgische monarch koning Filip - en het Libische ministerie van Landbouw als onderdeel van de regering van wijlen Muammar Kadhafi, om delen van de woestijn in het Noord-Afrikaanse land te herbebossen.
Een latere schikking tussen de partijen werd vervolgens bemoeilijkt door GSDT's aparte rechtszaak van 67 miljoen euro voor Belgische rechtbanken voor vermeende contractbreuken, gederfde winst en juridische kosten. De rechtszaak was vervolgens gericht tegen de 14 miljard euro aan fondsen van Libië, waarvan een groot deel is ondergebracht bij de Belgische bank Euroclear. Deze fondsen zijn sinds 2011 bevroren als gevolg van de VN-sancties tegen Libië vanwege de mishandeling van burgers tijdens de periode van politieke instabiliteit.
Het niet vrijgeven van de fondsen werd gevolgd door het indienen van een strafklacht door GSDT waarin de betrokkenheid van Euroclear bij het witwassen van geld werd aangeklaagd en waarin LIA en haar voorzitter en CEO, Ali Mahmoud Hassan Mohammed, werden beschuldigd van ernstig crimineel wangedrag. LIA reageerde in juli door zelf een strafklacht in te dienen tegen prins Laurent persoonlijk.
Na de indiening van de ICSID-arbitrage, kondigde LIA aan dat het de diensten heeft ingeroepen van de Belgische strafpleiter Sven Mary, die eerder bevestigde dat het juridische team een ontmoeting heeft gehad met de federale politie: “Dit is een belangrijke volgende stap in deze strafzaak. We geloven dat we overtuigend bewijs hebben om de zaak van onze cliënt te ondersteunen, die fraude, afpersing en ‘handel in invloed’ door prins Laurent beweert. Dit zijn ernstige beschuldigingen die de politie nu aan het beoordelen is en we zijn ervan overtuigd dat er inderdaad een zaak is om te beantwoorden.”
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van de Belgische regering wilde geen commentaar geven.
In de ICSID-arbitrage LIA tegen België wordt de eiser vertegenwoordigd door Lindeborg Counsellors at Law uit Londen en Harding Mitchell Solicitors, die op hun beurt advocaat Matthew Happold van 3 Hare Court hebben ingeschakeld. Taylor Wessing treedt op voor de verweerder, onder leiding van partner Karel Daele en senior medewerker Elizabeth Montpetit.
foto: wikipedia