“Begrijpen wat niet te begrijpen valt.”
Dat is wat de Nederlandse actrice, Marie-Louise Stheins (63), probeert te doen met een stuk over Michelle Martin. Zij kruipt in de huid van de vrouw die de honden van Dutroux – die toen in de gevangenis zat - eten en drinken ging geven, maar Julie en Melissa, die in Dutrouxs’s kelder zaten, liet omkomen van de honger.
In 2014 schreef Kristien Hemmerechts daar een boek over : ‘De vrouw die de honden eten gaf”. Ze probeert in dat boek – dat weliswaar fictie is – een antwoord te vinden op de vraag waarom Martin nooit wat heeft gedaan om Dutroux tegen te houden. Het boek was zo controversieel dat veel boekhandels het niet eens wilden verkopen.
Zes jaar later gaat actrice Marie-Louise Stheins als Michelle Martin de bühne op. Zij wordt geregisseerd door de Vlaamse Julie Van den Berghe (38), een van de weinigen die het onderwerp aandurfde.
De makers zijn vertrokken van het boek van Hemmerechts, maar vullen die aan met realistische elementen die ze uit rechtbankverslagen, arresten en pv’s van getuigen hebben gehaald. Volgens Stheins lag er over het boek van Hemmerechts toch een saus van fantasie en leiden de nieuwe accenten het toneelstuk dichter naar de waarheid. Al zijn ze ervan overtuigd dat de ‘grote’ waarheid niet meer te achterhalen valt.
De twee vrouwen zeggen dat ze tijdens hun research meermaals bij gruwelijke details terecht kwamen. Zo waren er twee mannen die voor de kinderen zouden zorgen. Maar dat is nooit bewezen. Toen de meisjes werden opgegraven, bleken ze wel ernstig misbruikt, terwijl Dutroux vastzat. Er is een videoband waarop te zien is hoe Dutroux de kelder maakt en zelfs uitlegt waarom hij dat doet. Die heeft jaren in het politiekantoor gelegen, want de videospeler deed het niet. En tot slot is er een huiszoeking bij Dutroux geweest en hoorden de speurders kinderen, maar ze dachten dat die buiten aan het spelen waren.
De theatermakers beseffen dat het stuk moeilijk kan liggen en dat de kans bestaat dat mensen de zaal zullen verlaten tijdens de voorstelling. Zij voorzien daarom een inleiding vooraf door een gerechtspsychiater en een advocaat die over het thema in dialoog gaan. Na de voorstelling zijn er, indien nodig, open gesprekken waar het publiek vragen kan stellen.
Voorlopig spelen ze alleen nog maar in Nederland, maar ze hopen wel dat ze ook in Vlaanderen de kans krijgen om de voorstelling te brengen.
Het stuk speelt vanaf 3 april en is een productie van Het Zuidelijk Toneel.