Niet op 15 maar wel op 24 april beslist de Pro League over het stopzetten van de competitie, en over de competitieformule voor volgend jaar wordt waarschijnlijk pas op 10 mei een besluit genomen.
Door de strenge aanpak van de Licentiecommissie is de kans echter reëel dat we niet eens aan 24 profclubs zullen geraken. De beste belofteteams (de zogenaamde U21-teams) zouden dan bijvoorbeeld wel de vrijgekomen “gaten” in de 1B klasse kunnen opvullen.
Van de 24 profclubs in 1A en 1B kregen er maar liefst 7 geen licentie voor volgend seizoen, terwijl twee clubs uit de amateurklasse (Deinze en RWDM) wél naar het professionele niveau mogen. Momenteel zijn er dus maar 19 ploegen te “verdelen” over klasse 1A en 1B. Er zullen er via het Belgisch Arbitragehof voor de Sport (BAS) nog wel een aantal doorheen spartelen richting licentie, maar tot 24 clubs komen we (zeer) waarschijnlijk niet.
Daarom ook rijpt het idee, en dan vooral bij de topclubs, om de beste belofteteams onder te brengen in 1B, dit naar het voorbeeld van Nederland, waar de sterkste belofteploegen al 7 tot 8 jaar meedraaien in de zogenaamde “tweede” klasse. Op die manier kunnen de beloften extra ervaring opdoen ook. En aangezien de belofteteams niet kunnen promoveren, zullen de andere clubs in de 1B klasse hun beste beentje voorzetten om te kunnen stijgen.