Victor ‘Vic’ J.Fr. Anciaux (Boechout, 24 december 1931 – 24 februari 2023) was een Vlaams politicus voor de Volksunie.
Nadat de Volksunie bij de verkiezingen van 1978 een zware nederlaag leed, volgde hij in 1979 Hugo Schiltz op als partijvoorzitter. Als partijvoorzitter poogde Anciaux de spanningen binnen zijn partij, veroorzaakt door de onenigheid omtrent het afgeschoten Egmontpact, te bedaren en de eenheid te herstellen.
Hij kon het tij keren en bij de verkiezingen van 1981 maakte de partij het verlies weer goed met een winst van 6 zetels in de Kamer en 3 in de Senaat.
Onder zijn voorzitterschap nam de Volksunie deel aan de allereerste Vlaamse Regering van Gaston Geens en oogstte hij verbazing door in naam van de partij in 1980 een manifest te ondertekenen dat aandrong om de Belgische militaire hulp aan Zaïre (Congo) te verbreken en het regime van Mobutu niet langer te steunen.
In 1985 verloor zijn partij opnieuw fors tijdens de verkiezingen (-4 in de Kamer en -2 in de Senaat) en een jaar later (1986) werd hij opgevolgd door Jaak Gabriëls.
Begin april 1988 vraagt de Volksunie (VU) dat er “dringend een samenhangend integratiebeleid wordt gevoerd”. Hiervoor dient in de volgende regering een minister voor de immigratie te worden opgenomen.
Dit integratiebeleid moet voor de VU gestoeld zijn “op bi-cultureel onderwijs, het bevorderen van de tewerkstelling en een renovatie van kansarme buurten”. Stemrecht is geen element van integratie en moet dus niet worden toegekend. Dat zijn de belangrijkste krachtlijnen van het vrij forse Volksunie-standpunt dan over het migrantenbeleid.
Tijdens een persconferentie beklemtoonden Vic Anciaux en partijvoorzitter Jaak Gabriëls de noodzaak van een migrantenbeleid. “Immigratie is immers geen tijdelijk probleem - zoals jarenlang aanvaard werd - en eist dus concrete maatregelen. Temeer daar het aantal migranten in sommige gebieden een grote omvang aanneemt.”
De probleemgroepen voor de VU “zijn de immigranten uit de Maghreb-landen en Turkije.” Hun integratie verloopt immers moeilijk. Vooral in het Brusselse is er een sterke concentratie van Turken en Marokkanen. Dan zorgt deze groep reeds voor de helft van de geboorten in het Brusselse. Uit prognoses blijkt dan ook dat in het jaar 2026 Brussel voor 55 procent uit vreemdelingen zal bestaan.
Andere probleemgebieden bevinden zich volgens de VU in Antwerpen, Gent, Lokeren, Sint-Niklaas en Mechelen.
Om deze redenen pleit de Volksunie ervoor dat de immigratiestop waterdicht wordt gemaakt. Gelijktijdig moet de strijd worden aangevat tegen de illegale immigranten. Die moeten naar hun thuisland worden teruggestuurd. Werkgevers die illegalen tewerkstellen moeten zwaar gestraft worden. De Volksunie stelt een boete voor die tienmaal de sociale zekerheidsbijdragen per jaar illegale tewerkstelling bedraagt.
De Tijd: “Volgens de VU kan de terugkeer van gastarbeiders gestimuleerd worden door een beleid van industriële samenwerking met de landen van herkomst. Deze samenwerking moet erop gericht zijn om de tewerkstelling in de betrokken landen te bevorderen.” Concreet wil de VU Belgische KMOs ertoe aansporen om filialen in de thuislanden op te richten. Gastarbeiders zouden in België een opleiding krijgen waarna zij deze filialen kunnen bemannen.
Een groot deel van de immigranten zal echter in België blijven. Voor hen moet een integratiebeleid gevoerd worden. Dat beleid vereist in de eerste plaats een resolute aanpak van de tweede generatie via de ontwikkeling van het bicultureel onderwijs. Zeker in Brussel is dit een noodzaak voor de VU.
Volgens Anciaux zitten alle migrantenkinderen dan op franstalige scholen. Tegelijk verdwijnt het nederlandstalig karakter van de Vlaamse scholen. Franstaligen sturen hun kinderen immers naar Vlaamse scholen omdat daar juist geen vreemdelingen zitten. Op termijn vormt dit een bedreiging voor het volledig nederlandstalig onderwijs in Brussel volgens de VU dan.
Een positieve integratiepolitiek vereist ook het bevorderen van de tewerkstelling. De werkloosheid onder migranten ligt dan zeer hoog.
Een derde pijler in het plan van de VU is een renovatie en huisvestingsbeleid van de kansarme buurten. Dat biedt volgens de Volksunie de enige weg waarlangs de deconcentratie van de immigranten op een sociaal aanvaardbare wijze kan worden doorgevoerd. Een spreiding die noodzakelijk is voor de integratie. Heel dat beleid moet gevoerd worden door een minister voor de integratie die beschikt over een staf van ambtenaren uit alle betrokken departementen. Die moet aangevuld worden met vertegenwoordigers van de migranten.
De Volksunie is dan geen voorstander van het verlenen van stemrecht op het lokale vlak. Stemrecht bevordert immers niet de integratie. Wel kan het er een gevolg van zijn. Eenmaal geïntegreerd kan de immigrant zich immers laten naturaliseren en krijgt hij automatisch stemrecht.
foto: screenshot verslag VRT