Een missie van 12 jaar met een ‘Vlaamse’ raket.
Slecht gedurende 75 minuten is het lanceervenster open. In die tijd moet een Atlas-draagraket een sonde richting Jupiter sturen. De eigenlijke bestemming zijn de Trojaanse planetoïden, steenklompen gelokaliseerd in de baan van de grote planeet. De missie duurt twaalf jaar en onderzoekt naast zeven Trojaanse asteroïden ook een andere planetoïden. De sonde zal drie keer gebruik maken van de zwaartekracht van onze planeet om aan snelheid te winnen. Wetenschappers denken primaire overblijfselen te vinden uit de vroege geschiedenis van ons zonnestelsel dat 4,5 miljard jaar oud is.
De raket die de sonde door de dampkring zal stuwen, is een Vlaams model: de Atlas raket. De naam van de vader van deze raket – de Vlaming Karel Jan Bossart – werd jarenlang geheim gehouden. De invloed die Bossart had in de beginjaren van de ruimtevaart kan echter vergeleken worden met die van Wernher von Braun of Sergei Korolev. Aangezien hij het meeste van zijn leven werkte voor de Amerikaanse luchtmacht werd zijn naam lang geheim gehouden.
Bossart was ontwikkelde de eerste Amerikaanse intercontinentale Atlas raket, die naast militaire doeleinden later ook ingezet werd voor het lanceren van verschillende historische ruimtetuigen. Dankzij de Atlas raket werd John Glenn de eerste Amerikaan die in 1962 een volledige omwenteling om de Aarde maakte en kregen we de eerste beelden te zien van Mars, Venus, Jupiter en Saturnus. Karel Jan Bossart wordt vandaag de dag nog steeds "the father of the Atlas rocket" genoemd.